wandelaar.png De Boetenbaintjes 

Hunebed4

Dwingelderveld3Winterkamperen. Ik had gezworen nooit meer mee te gaan. Na 20 jaar was het genoeg. En toch ging ik. Janet stuurde een verleidelijk mailtje, dat ik niet kon weerstaan en we hoefden niet met volle bepakking te lopen. Dat laatste gaf de doorslag. Ook was het storm-en regenweekend geweest. Dat gebeurt vast geen tweede keer.

Annemiek was helaas geblesseerd, Arjen was wel van de partij en dus waren we met 10. We parkeerden de auto’s met volle bepakking bij camping d’Olde Kamp en gingen goedgemutst en gehandschoend op pad. Een grote ronde om het zuidelijk deel van het Dwingelderveld was het doel. Het was nevelig, rond het vriespunt en windstil. Mysterieus, maar ook kletsnat. Het eerste uur was het pollenhoppen en het minst natte pad zien te vinden. Veurloper Jan haalde een natte voet, wij hielden ze droog.

Tijdens de lunchpauze brak de zon door en loste de nevel op. Prachtig om te zien hoe de zon eerst de berken aan de horizon in het licht zette, vervolgens het gras goud kleurde en langzaam naar ons toe kroop. Heerlijk die warmte, de mutsen konden af en de handschoenen uit en het bleef de rest van de dag zo. Op een breed pad zagen we op gezette tijden een boomstam met een rooster erop. Wat zou de bedoeling zijn? Antislip voor het geval je erop wilde staan? Iemand die dacht ‘laat ik eens roosters op boomstammen timmeren?’ Gelukkig werd het raadsel snel opgelost toen we zagen dat een paardrijdster de stam als opstapje gebruikte. Op het pad waren namelijk veeroosters met daarnaast en hek. Het paardenvolk moest dus regelmatig af- en opstappen om het hek te openen en weer te sluiten. En als je klein bent, is zo’n boomstam handig.

We moesten het zonder koffiestop doen, want te ver uit de route. Wel zagen we een klapekster en vier goudhaantjes. Ook theehuis de Anserdennen ging onze neus voorbij voor de nazit, want vol.

Dan de tentjes maar opzetten en de vuren ontsteken. Na een uurtje was dat voor elkaar. Janet zorgde voor warme chocolademelk voor de liefhebbers, anderen gingen aan de wijn. De overgebleven nootjes van het septemberweekend gingen rond, evenals popcorn met karamelsmaak. Het avondrood zorgde voor een extra dimensie en even later hadden we een geweldige sterrenhemel. Ook hadden we allemaal een comfortabele stoel, evenals een verwarmd toiletgebouw. Wat een luxe allemaal.

Peter hielp de buurvrouw met het aansteken van haar kampvuur, hetgeen na ettelijke pogingen lukte. En hij zorgde ook voor een tweede vuurschaal voor ons, want 1 is wat krap voor 10.

Tijd voor de maaltijd, een pompoen/bonenschotel bereid door Mariette, die slechts opgewarmd hoefde te worden. Thea stuurde de kook- en roerclub met ervaren hand aan. En met 4 branders en 4 grote pannen was het warmen een fluitje van een cent. Brood van Peter erbij en smullen maar.

Het bittertje werd geserveerd in echte borrelglazen en toen was het bedtijd. Zonder sterren, maar met het geroep van de bosuil vielen we in slaap.

's ’Ochtends verraste Janet ons met warme croissantjes, toch handig zo’n camper. Peter was een sok kwijt, we zetten de hele tent op de kop, maar hij bleef spoorloos. Misschien al die tijd maar 1 sok aangehad? (Toen we thuis waren en Peter van broek verwisselde, bleek de sok in zijn broekspijp te zitten!) Tot overmaat van ramp had het gesnotter van de avond en de nacht zich doorgezet en was hij snipverkouden geworden. Er is geen oorzakelijk verband tussen verkoudheid en 1 sok of winterkamperen. Hij voelde zich zo gammel dat hij geen puf had in een wandeling. Met pijn in het hart namen we bij de receptie innig afscheid, wij rekenden af en reden huiswaarts en hullie gingen lekker lopen.

Ondanks het gezellige en luxe weekend, doe ik geen beloftes voor de volgende keer.

Mariette

Groep