De Boetenbaintjes

Hunebed4

Peizerdiepje3Oftewel van Elp naar Roden. Nee, niet te voet, maar naar Roden in plaats van Elp. Dat was om allerlei redenen beter.

De taak van de Veurloper wordt steeds zwaarder. Vroeger was het een kwestie van een mooie route zoeken van ongeveer 23 kilometer. Desnoods werd de route eerst verkend om alle mogelijkheden en onmogelijkheden te onderzoeken. Tegenwoordig heb je er een (dag)taak bij om uit te vogelen welke wegen afgesloten zijn en of het openbaar staakt.

Veurloper Marja deed grondig onderzoek en kwam tot de conclusie dat Elp vanuit de stad met auto’s niet handig was, maar Roden goed bereikbaar was per bus, immers het openbaar vervoer staakte vrijdag en niet zaterdag. Gelukkig zijn we een goed georganiseerde vereniging met een geolied secretariaat, dus ging er ruim op tijd een mailtje naar iedereen om de verandering aan te kondigen.

14 BB’tjes startten om klokslag 10.10 uur bij Havezate Mensinge. Het was aanvankelijk nog een beetje grijs, maar niet koud en bijna geen wind. In de loop van de dag ging de zon regelmatig schijnen. Prima wandelweer dus. Langs het Lieverense diepje was een wei vol Lakenvelders en iets verderop een bos vol geiten, groot en klein, oud en jong. Je kon ze verre ruiken. Er zijn mensen die daarom geen geitenkaas lusten, anderen vinden het juist heerlijk.

Iedereen vond de appeltaart in Roderesch heerlijk, hij was warm, met een scheutje vanillesaus en slagroom. Jan had liever goudrenet, maa ja, die zijn er nog niet. Thea kreeg zoethout in de muntthee, maar die was oud en keihard, dus ging het van zijn levensdagen niet lukken daar een kwastje aan te zuigen.

Evenals het weer, was het een rustige wandeling met weinig spektakel. Er struikelde niemand over een boomwortel en hoewel er soms een groot gat was tussen voor- en achterhoede raakten we niemand kwijt en hadden we mooie pauzeplekken. Eentje langs de zandafgraving, waarin de eenden wel vastgeplakt leken te zitten in het kroos en waar op een vorige wandeling een meneer op een bankje zijn sinaasappel at en de schillen in de fietstas stopte. En eentje bij het hunebed, dat alweer niet het hunebed van Thea was, waar een prachtige eik vol met eikels stond en een prachtig Fries paard ons haar schoonheid toonde.

rupsVlak voor het eind had Marja nog een lusje van 2,5 in petto, zodat de eindstand 24 kilometer werd. Dit werd beloond met de ontdekking van een mooie, kleurige rups. Alle obsidentify’ers waren er 100 % zeker van dat het de wilgenhoutrups, Cossus cossus, was, die later een onopvallende nachtvlinder zal worden.

En natuurlijk was er nog een nazit om de benen te strekken, een biertje te drinkenen de veurloper hartelijk te bedanken.

Mariette