De Boetenbaintjes

Hunebed4

De Bult was het begin- en eindpunt van de dagvoorpasenwandeling. Het ligt in de buurt van Steenwijk, Wilhelminaoord en Frederiksoord. Niet meteen een plek om warme natuurgevoelens van te krijgen. Maar Jo beloofde 95% onverharde paden en 90% zon, zeer verleidelijk dus. Bovendien stuurde hij onderstaand citaat:

"Sire!
Een aanzienlijk getal onderdanen van Uwe Majesteit hebben zich vereenigd om een Maatschappij van Weldadigheid opterichten onder de bescherming van zijne Koningklijke Hoogheid Prins Frederik, met oogmerk om aan de talrijke klassen van behoeftige ingezetenen arbeid te verschaffen en zulks in de Eerste plaats door middelen van Fabriekmatige inrichtingen ter vervaardiging van zoodanige goederen, die geheel of grotendeels van Buitenlands worden ingevoerd, het debiet daarvan te verzekeren door eene Vrijwillige overeenkomst der Leden van de Maatschappij, om Jaarlijks eene zekere hoeveelheid stoffen op deze wijze vervaardigd tegen gezette prijzen te ontvangen, ten Tweede door het ontginnen en Vruchtbaar maken van nog ongecultiveerde gronden in ons Vaderland, en daarop bij wijze van Colonisatie over te brengen zoodanige Armen die voor dezen arbeid geschikt geoordeeld worden."

(Aanhef van een door Johannes van den Bosch ondertekend verzoekschrift in 1818)[1].

Dat deed me denken aan het “Pauperparadijs” van Suzanna Jansen over Veenhuizen, een ander groot project van Johannes van de Bosch, buitengewoon mooi en boeiend beschreven. Dus ging ik natuurlijk mee. Peter bleef thuis om de eerste play-offwedstrijd van Donar niet te missen. Ik verleidde Annemiek, die al met een routebeschrijving in de hand op weg was naar de auto van Jan, om mijn bijrijder en gids te worden. Dat deed ze voortreffelijk en zonder haperen vonden we het startpunt. Jan verging het minder voorspoedig. Op het Julianaplein ging het al mis en nam hij de afslag Assen in plaats van Drachten. Dat had nog wel goed kunnen komen, ware het niet dat Marja haar auto op de carpoolplaats in Hoogkerk had geparkeerd om door Jan opgepikt te worden. Het duurde wel erg lang en zij stond moederziel alleen op een grote, lege parkeerplaats. Jan bellen. De boodschap kwam door en ze waren op de goede weg. Jo bellen dat het werd later werd. Vlak voor het starpunt ging het weer mis, afslag gemist en de weg kwijt. Jo bellen en met ruim een half uur vertraging kwam het drietal aan. Jo was dubbel opgelucht: a) omdat ze er waren en b) omdat hij daarmee niet de enige was die wel eens de verkeerde afslag nam en de rest liet wachten.

Een grote groep Boetenbaintjes ging op pad in korte broek, met blote armen, petje, hoed of een Buffje op het hoofd, ingesmeerd met zonnebrandcrème in velerlei factoren en met velerlei geuren. En mooi was en bleef het de hele 25 kilometer lang. Inderdaad veel onverhard, maar ook een zeer afwisselend, bijna buitenlands landschap. Mooie beukenbossen, glooiende akkers, prachtige boerderijen en borgen, en dat alles in lentetooi. Het lijkt wel of alles nu tegelijkertijd bloeit: de pinksterbloemen en de seringen, de paardenbloemen en de prunus. Zo mooi en aantrekkelijk dat het we Jo wisten te verleiden tot een extra ligpauze in een mooie wei met vergezicht en de bosrand in de rug. Er stonden trouwens wel erg veel bordjes met verboden toegang art 31 of bordjes met in sierlijke letters ‘strikt prive’ of ‘natuurgebied, niet betreden’. Meestal waren we braaf, maar soms negeerden we al die verboden. Martha vroeg hoe het met de teek was, de nummer 1 van de meest gehate dieren, zat. Wij gingen er vanuit dat Jo ze allemaal de dag ervoor verwijderd had, en dat die ene die ontsnapt was en Martha zou uitkiezen, door Jo persoonlijk verwijderd zou worden.

De pauze was, zoals gebruikelijk, weer een topper voor de uitbater: koffie, appelgebak, oranjekoek, patat, grote softijsjes, cola: het kon niet op. Na al dit lekkers kwamen we terecht in het Buitencentrum van Jan Wartena, een zeer bijzondere educatieve tuin met prachtige lemen gebouwen met rieten daken en houtopslag onder het dak in zeer organische vormen. Aan het eind van de wandeling werden we moe en melig. Het allemaal links lopen principe werd met voeten getreden hetgeen Jo (fietser) en Berend (dikke trekker) bijna het leven kostte. Als Jo ontdekt dat hij verkeerd gelopen is en op zijn schreden terugkeert, leidt dat tot allerlei speculaties wat er gebeurd zou zijn als we verkeerd waren blijven lopen: dan waren we van de aarde afgelopen en was de helft van het bestuur omgekomen, ¾ van de tochtencommissie, de hele weekendcommissie en de columschrijver.

Maar natuurlijk leidde Jo ons over de Woldberg veilig terug naar de Bult, alwaar een spiksplinternieuw wellnesscentrum, hotel-restaurant met terras met loungestoelen ons toch wilde ontvangen. Ik genoot niet mee, maar ging bij vrienden in Havelte borrelen en eten. Gelukkig had Donar zich herpakt en dik gewonnen van Weert en was Peter helemaal gelukkig.

Mariette