De Boetenbaintjes

Hunebed4

Zo glinsterde en schitterde de natuur tussen Assen en Rolde. Niet alleen de natuur was schitterend, de wandeling zelf was ook schitterend samengesteld door Marja en Alda. Alda kon er helaas niet bij zijn; ze wordt al weken geplaagd door ischias. Wij hopen dat ze de volgende keer weer op de been is.

We begonnen met 9 BB-tjes achter het station in Assen met de tocht. We bewonderden het voormalige landgoed Valkenstijn en Assense Marieke vertelde een leuke anekdote. Lodewijk Napoleon schonk Assen stadsrechten en het Asser bos. Dat bos had hij nodig om een onwettige dochter te verwekken, althans zo heb ik het geïnterpreteerd. Die dochter trouwde met meneer Valkenstijn en ze betrokken het landgoed, waarvan niets meer over is, maar de fundamenten zichtbaar gemaakt zijn. Het park wordt door vrijwilligers in stand gehouden.

Tijdens het verhaal ging telkens de telefoon van Marja. Het bleek Margreet S. te zijn die met de Frietjes vóór het station stond te wachten. Dat was wel een beetje dom, maar we werden snel herenigd en konden met 12 BB-tjes onze wandeling vervolgen naar het beekdal van het Deurzer diepje, dat ook weer mag meanderen. Zo maken we alles wat krom was eerst recht, en daarna toch maar weer krom. Het was er prachtig. De wereld was nog wat mistig en nevelig, maar de zon kwam er zo nu en dan zwakjes door en daardoor ontstond een mysterieuze en fantastische wereld. Grassen en hekjes stonden te schitteren met berijpte spinnenwebben en draadjes en het diepje glinsterde. Ook op de Rolder es en het heideveldje met jeneverbessen vlak voor Rolde bleef het maar glanzen en fonkelen.

Tijdens de koffiepauze ging het veel over politiek. Over Wilders en Trump, en de partij voor niet-stemmers, de verkiezingen in Frankrijk en Le Pen. En over pensioenen en nog langer doorwerken. Ik ben dan toch blij dat ik 70 ben en geen 18 meer: de toekomst ziet er niet vrolijk uit.

Aan het begin van het Balloërveld is een markering voor het Pieterpad, de Baak, gebouwd. Het lijkt een soort stonehenge met in het midden een steen waarop te lezen staat dat het naar Rolde nog 'een klein stoefje' is (maar dat hadden we net gehad), naar Gasteren 'een half uur goans' (maar daar waren we vorige keer net geweest) en een fiks aantal kilometers naar Pieterburen en de Pietersberg (maar we waren niet van plan daarheen te gaan). Wij gingen gewoon het Balloërveld op en waanden ons in de bergen. De zon was er helemaal door gekomen, de lucht was blauw met aan de horizon een grijze wolkenband. De rijp op de grasjes was overgegaan in druppeltjes en in het tegenlicht zag je honderden diamantjes flonkeren. Wauw, wat mooi.

Marja had ondertussen haar kaart verruild voor een digitale route, die ze geheel zelfstandig in haar telefoon geladen had, en leidde ons vastberaden naar Kampsheide via een drassig stuk, dat ik me nog heel goed herinnerde van een wandeling met Jan R. Nu was het een stuk minder nat. We kwamen langs een wei met mooie fjordenpaarden en 1 gevlekte uitzondering, die er gewoon bij hoorde. Ze voerden een soort ballet voor ons op en gingen toen op een rijtje staan wachten voor het applaus. Bij het hunebed hadden we een korte pauze, de zon liet het afweten, de glinsteringen verdwenen, maar het ven lag er toch nog mooi bij. En de hele tijd bleef het torentje van Rolde in beeld.

Na al deze mooie en stille natuur kwamen we terecht in het centrum van Assen waar het een drukte van belang was met winkelend publiek en marktkramen. We veroverden een plek in het café, waar de Frietjes aan de bitterballen gingen om te vieren dat Iet na een enkelblessure voor het eerst weer een lange tocht volbracht had, we dronken bier en de wijn om op de geweldige dag te proosten.

Op de terugweg dacht ik aan Fidel Castro die vrijdag overleed en zaterdag werd gecremeerd. Tien jaar geleden waren Peter en ik op Cuba, omdat we dachten dat Fidel snel dood zou gaan. Dat duurde nog even, cremeren gaat sneller. Niet gebalsemd en geen mausoleum. Ik geloof dat ze met de as het land doorreizen, net als Jelle Brandt Corstius met de as van zijn vader. Dan heeft de bruine lijster het beter getroffen. Die ligt mooi geprepareerd in een laatje in het natuurhistorisch museum in Leiden. Hij zal vast nog vaak bekeken en bewonderd worden.

Mariette