wandelaar.png De Boetenbaintjes 

Hunebed4

De winterkampeerengeltjes moesten al hun krachten inzetten om te winnen van de weergoden. Het weerbericht voor het derde weekend van januari beloofde niet veel goeds: regen en wind, herfst dus. Maar natuurlijk hebben ze gewonnen: het regende licht op zaterdagmiddag rond een uur of 3, toen we warm en droog in de kroeg thee zaten te drinken, nog een paar plaagspetters toen de tentjes net stonden, een echte bui in de vroege ochtend, toen we lekker warm in onze slaapzakken lagen, en het laatste uur op zondagmiddag moesten de regenbroeken en capes aan. En zo werd het tiende winterkampeerweekend weer een groot succes.

 We waren met het oude vertrouwde groepje: de 2 Jannen, de 2 T(h)ea’s, Peter, Janet en ondergetekende. Jan D., Peter en ik hadden ze ook alle 10 meegemaakt. Kennelijk wilde niemand Janet leren kennen, hoewel ze iedereen daarvoor uitgenodigd had. Nou ja, zelf weten. Op de parkeerplaats bij het zwembad in Klazienaveen werden we door Janet en Arjen hartelijk ontvangen in hun prachtige VW-camper. De koffie en thee en stoelen stonden klaar. De T(h)ea’s vonden zo’n stoel niet kunnen en bleven liever staan. Ik had daar geen enkele moeite mee en genoot van een lekker warm bakkie in een goeie stoel. Ik had ook nog even de hoop dat Arjen met de camper de bagage zou vervoeren, dat hij op gezette tijden onderweg klaar zou staan met de koffie en dat hij de tentjes vast ging opzetten. Helaas, hij ging gewoon naar huis.

Lopen dus maar, door het Bargerveen met de wind in het gezicht. Het bordje ‘route gewijzigd, want niet meer onderhouden en moeilijk begaanbaar terrein’ was natuurlijk een provocatie voor die stoere wandelaars: doorgaan! Bovendien was het alternatief asfalt, door een dorp en saai. Och, het pad viel reuze mee. Smal en hobbelig, braamstruiken en Janet die de weg baande.

Bij het smalspoormuseum waren we deze keer van harte welkom (op een vorige wandeling moest 5 euro betaald worden of omlopen). Helaas hadden de vrijwilligers de koffie net op, maar het terras (met alweer 1 stoel voor mij) lag uit de wind en we mochten op een brandschone wc. De brander van Janet deed het niet en we konden geen koffie zetten. Dan maar koud water en een boterham. Verder maar richting Schoonebeek. Onderweg tot 2 keer toe een grote groep reeën in het open veld. In Schoonebeek koffie of thee in een warme kroeg, terwijl het buiten lekker regende.

De camping was prima: een mooi besloten terrein, een prachtige vuurplaats, een kruiwagen met droog hout, heet water in de herenafdeling (minpuntje natuurlijk), en precies genoeg stoelen, namelijk 4 voor de dames en een bankje voor de mannen. Binnen de kortste keren had de vuurmeester een lekker vuurtje branden en zaten we zoals gebruikelijk aan de wijn en de pindas. Het eten was door Thea en Janet thuis gemaakt: pasta met een vegetarische en een gehaktsaus en verse salade. Ook als gebruikelijk heeft iedereen automatisch een taak: vuur aanhouden (Peter), koken (Janet, Thea en Jan D., afwassen (Tea, Mariette, Jan de R.).

Het leukst zijn natuurlijk de kampvuurverhalen, maar ook het moeilijkst na te vertellen. Nou een paar dan. Janet ging afrekenen en vol trots zei de eigenaar dat er ook warme douches waren. Helemaal fout natuurlijk: het is verboden te douchen tijdens het winterkamperen. Korting dus. Jan de R. zei de volgende ochtend dat hij niet het risico had gelopen te douchen (de kans om betrapt te worden was te groot), dus stond hij zich heel stoer met ontbloot bovenlijf met ijskoud water te wassen en te scheren, terwijl ik met al mijn kleren aan alleen de tanden poetste en de ogen nat maakte.

Driekwart van de groep kende het woord ‘swaffelen’ niet. Jan de R. legde het haarfijn uit. Dit had als resultaat de Tea onmiddellijk haar Gerard belde. Ik begreep dat hij meteen ging oefenen. We adviseerden Thea over de aankoop van een nieuwe auto, een knalrode Ford K, we bewonderden Janet omdat ze 60 kilometer hard liep in 5 uur en nog wat, de inhoud van kerstpakketten stond op de agenda, we genoten van een heldere sterrenhemel en we dronken een bittertje.

Het hoogtepunt was Thea die voorlas uit het survivalboekje van Jan. Wij weten nu precies hoe we vogels moeten vangen met een touwtje of met lijm om in de natuur te overleven. Toen de drank op was en er geen brokje hout meer te sprokkelen viel, moesten we wel naar bed.Het ging echt lekker waaien en regenen, puur genieten dus in tentje en slaapzak. ’s Ochtends was het droog, waren de T(h)ea’s weer vertrouwd aan het giechelen (“We hebben het nergens over”), bromden de Jannen onverstaanbaar (waarschijnlijk over een technisch onderwerp) en wekte Janet ons om 8.30 uur.

Tentjes waren weer droog en de techniek van ‘in de lucht opvouwen’ werd druk beoefend.De terugweg ging via de Jaknikker in het bruisende centrum van Schoonebeek, langs een alternatieve weg weer naar het smalspoormuseum, dat afgesloten was, maar wij laten ons niet omleiden door een hek, daar kun je heel goed overheen. Weer over diezelfde zogenaamd onbegaanbare dijk richting Bargerveen. Bij de lunchplek was een buxus geplant en op het bijgevoegde briefje stond: “Oma, je ging 2 december dood, ik was 7 december jarig, ik was daar wel heel verdrietig van”.

En toen begon het eindelijk echt te regenen en begonnen we letterlijk aan de laatste loodjes door het Baggerveen. Het was heel erg mooi, met prachtige vennen aan beide kanten met strogeel gras, met hier een daar nog een ijsvloertje, maar heel glibberig en smal. We waren allemaal behoorlijk moe en stram en stijf. Aan het eind stond Arjen met gevulde koeken en in Klazienaveen was koffie en zakte in uitgeput in een heerlijke stoel.En zo was ook het tiende winterkampeerweekend weer zeer geslaagd. En dat voor 9 euro per persoon. De volgende keer wil ik een 4-gangenmenu.

Mariette