Een sompige woensdagclubwandeling, een dik pak sneeuw, gladheid, code geel en onduidelijke weersverwachting brachten veurloper Marja behoorlijk in de war. Hoe moet dat zaterdag? Maar ja, afblazen was geen optie en een alternatief was niet zo snel gevonden. Op hoop van zegen dan maar. En natuurlijk was het weer een gevalletje ‘de mens lijdt het meest aan het lijden dat hij vreest’. De 16 meelopers hadden er in ieder geval zin in.
Bijzonder was dat tussen Hoogkerk en Drachten geen vlokje sneeuw te zien was, groene weilanden met nog steeds die grote hoeveelheid omgekeerde vlaggen. Moeten we toch nog een keer midden in de nacht weghalen. Rond Olterterp en Beetsterzwaag lag nog wel hier en daar een hoopje sneeuw, en was het glad en blubberig. Hemelsbreed is dat een afstand van 5 kilometer of zo, maar de koffiestop was in Beetsterzwaag gepland en we konden er pas om 12 uur terecht. Improviseren dan maar om aan de kilometers te komen en de tijd te doden. Gelukkig kon er met behulp van de telefoon veel geslingerd worden in het bos en als je dan zo nu en dan het niet juiste pad opgaat en weer terug moet, dan lukt dat tijdrekken wel. Een meneer in het bos waarschuwde voor gladde boomwortels en boomstronken. Maar het was een braamstruik die Astrid ten val bracht. Ze zat vast en viel languit in de modder. Bah, vies, nat en koud. Ze werd bevrijd en aan alle kanten schoongepoetst en van warme handschoenen voorzien. In Beetsterzwaag werden we verwelkomd door een grote hoeveelheid roetveegpieten met heel veel strooigoed. In Prinsheerlijk was het warm, kon Astrid opdrogen en genieten van een latte.
Op voor de tweede lus. Na een groot stuk asfalt wees Marja aan het eind op een mooi bospad, dat parallel liep, ‘daar hadden we moeten lopen’. Te laat! Deze lus leidde ons voor het grootste gedeelte door de bossen van het landgoed Lauswold, met zijn prachtige gebouwen en meer dan joekelige golfbaan. We hadden daar een korte stop. ‘Een pauze op stand’, aldus Rudolf. In ieder geval was het een staande en ontdekten we dankzij HP dat er aan een aantal rugzakken fluitjes zaten, ze leken op gespjes, en niemand wist dat het fluitjes waren. Als kinderen zo blij probeerde iedereen het uit. Het was er mooi, met nog wat laatste herfstblaadjes en een groot ven. Het weer was grijs, met zo nu en dan een spat regen en een koude windvlaag. Niet spectaculair, maar beter dan verwacht.
We hadden geen nazit bij het Witte Huis. Aan het eind van de dag wilden ze geen wandelgroepen meer ontvangen, want er moesten voorbereidingen voor het diner getroffen worden. Vieze, sportieve wandelschoenen verliezen het van sjieke, hoge hakken. Jammer, want het is een mooi restaurant, maar nu moet ik wel wat overwinnen om er op koffietijd naar toe te gaan. Nu was het niet zo erg, want mooi op tijd en voor donker thuis. Althans dat dachten we. Helaas was het stuk ringweg naar Hoogezand niet berijdbaar en moesten we omrijden via Haren of het station. We kozen voor het station. Foute keuze, want druk, druk, druk. Toch nog later thuis voor de nazit aldaar.
Mariette