De Boetenbaintjes

Hunebed4

De voorbereiding van het wandelweekend kende nogal wat hindernissen: werk aan het spoor tussen Groningen en Assen, problemen met het (korte) vervoer van Nijverdal naar het startpunt aan de Hellendoornseweg, een rally rondom het startpunt, waarvan ik dacht dat het een wielerronde was, maar die een autorace met veel herrie bleek te zijn, het eetcafé dat ons een week later had gepland en vol zat, zodat we uit moesten wijken naar de Chinees, en last but not least: de verstuikte enkel van Marja, zodat ze niet mee kon.

En we hadden in de zomer nog wel zulke goede afspraken gemaakt in onze voorbereiding. Met z’n drieën (Marja, Janny en ondergetekende) op pad. We verkenden de route, bespraken het vervoer, regelden de koffie bij het beginpunt en reserveerden het restaurant. Een week voor vertrek bleek dat allemaal niet meer te kloppen. Maar goed, dankzij Janny’s oplettendheid en telefoontjes naar alle deelnemers, vonden 13 Boetenbaintjes elkaar op het station in Zwolle. En om met Johan Cruijff te spreken: ieder nadeel heb z’n voordeel. In Nijverdal stond een luxe busje (Annemiek wilde er meteen een week mee naar Umbrie met de hele club) toch op tijd op ons te wachten, dat de prijs aan de hoge kant was en dat hij door de rally onze koffietent niet helemaal kon bereiken en we begonnen met een spannend wandelingetje langs het maisveld en via allerlei afzettingen de koffie bereikten, mocht de pret niet drukken: we zaten eerste rang met koffie (weliswaar zonder koekje) langs het circuit (meevaller).

Om half 12 gingen we echt op pad, een tocht langs de Regge naar Ommen. Het was grijs en benauwd en zweterig weer, maar mooier en beter dan voorspeld (meevaller). En zoals altijd was de belangrijkste vraag: wanneer is er koffie en hebben we pauze. De tochtenleidster was streng, doch rechtvaardig: er is geen koffie onderweg, en pauzeren doen we op mooie plekjes (tegenvaller). En dan valt het mee dat er toch nog een terras komt met koffie en appeltaart. Bovendien was de route prachtig en afwisselend: vanzelfsprekend langs de Regge, langs dode armen van de Regge, door het bos en langs de steile oever, door de velden en bijna alles onverhard. Op landgoed het Laer was het een drukte van belang: Edy en Joline trouwden maakten we op uit de borden: we hebben tot diep in de nacht mogen mee genieten van hun feestavond met harde muziek. De volgende dag stond hun rode snelle auto bij het duurste restaurant in Ommen, De Zon.

Dat was voor ons niet weggelegd, wij zetten gewoon onze tentjes op en richtten de trekkershutten in: 1 sleutel kwam wat later omdat de eigenaar die in zijn broekzak had en boodschappen aan het doen was (kleine hindernis). En toen was er wijn en toastjes met franse kaas, en niet te vergeten de sherry van Berend, waarvan Annemiek al bijna dronken werd. Het hoogtepunt van de dag en de grootste meevaller was het buffet bij de Chinees: een grote hoeveelheid gerechten, die bovendien ook nog erg lekker waren en je kon een visje of varkenshaasjes ter plekke laten bakken op z’n Japans met of zonder heerlijke groentes. Ter afsluiting was er vers fruit, al dan niet met ijs en slagroom. Je kon je eigen formaat bordje kiezen: ik zag vooral het grootste formaat langskomen en dan goed vol. Wij blijven Nederlanders: als je voor een vast bedrag onbeperkt kunt eten dan gaan we over de 100%! De dame die ons bediende was van een grote schoonheid en had gevoel voor humor. Ze had vooral oog op de mannen die op de hoekpunten zaten: Wim en Peter. Dit had als resultaat dat ze Wim een vol glas bier in zijn kruis gooide en de biertjes van Jan aldoor bij Peter neerzette. U begrijpt dat vooral het droogmaken van het natte kruis (nee, Wim deed dat zelf) tot grote hilariteit leidde. Na het eten genoten we op het terras van de campingkantine van de bingo, die binnen gespeeld werd, en waar prachtige prijzen gewonnen werden. Wij kregen trouwens toen we vertrokken een schattig klein ledlantaarntje. We werden in slaap gewiegd door de harde muziek van de bruiloft, afgewisseld met regenbuien, maar zonder onweer en harde windstoten (meevaller).

De volgende ochtend was het droog en er was zowaar hier en daar een beetje blauw te zien (meevaller). Toch werd ontbeten in een  trekkershut, waar Martha een volmaakte ‘chef warm water’ was en Thea het sms-je van Marja voorlas.  We vertrokken slechts een kwartier na de afgesproken tijd, nadat de hutten door Josefien en Irma blinkend gesopt waren. We liepen het Pieterpad naar Hardenberg met redelijk veel bos, verharde wegen en rechte paden. Ik prefereer het Reggepad. We nuttigden de lunch bij de stuw in 3 groepen: de dapperste groep zat op bankjes onder eikenbomen met de eikenprocessierups en vol in de wind, de andere groepen namen wat afstand van de rupsen. We kwamen een dame tegen die net de Kennedymars van 80 kilometer in Haaksbergen in de benen had en nu aan het uitlopen was. Heel trots was ze, en terecht, want ik doe haar dat niet na. We kregen een beste plensbui op de kop, maar gelukkig was daar onverwacht het restaurant van Sprookjescamping de Vechtstreek (meevaller) met koffie, appeltaart en soep. Marga werd steeds strammer en kwam bijna niet meer overeind, maar natuurlijk haalde ze de laatste 6 kilometer!

In Hardenberg vonden we een café met veranda, terrasverwarming, banken met dikke kussens, en bier, wijn of fris. Bijzonder is dat voor sommigen het weekend na de laatste stap afgelopen is, en de terugreis snel aanvaard moet worden. De helft goot het bier naar binnen en sprintte naar de trein, de andere helft deed het rustig aan en nam een half uur later de trein. Die laatste groep werd gestraft met een bomvolle trein naar Groningen: staan dus, eigen schuld, dikke bult (geen meevaller). Thuis is er spaghetti en een wijntje en een bed, en geen harde muziek. Nu, op maandagmorgen hangt de tent te drogen, zit de was in machine en schijnt de zon. Ik hoop dat ook voor Berend de zon schijnt: hij fietst terug naar Grolloo.


Mariette