De Boetenbaintjes

Nijehemelriek2Het was topweer. Het was een topwandeling. Er was een topopkomst. Daarmee is de dag eigenlijk wel beschreven. Maar ik zal toch nog wat meer details geven.

Eerst de opkomst maar. Op de P en R Gieten stapten 12 wandelaars uit hun auto, waaronder 3 nieuwelingen, Albert die na een driedubbele beenbreuk weer van de partij was en witte Thea, die deze wandeling aangreep als trainingsrondje voor het Pinksterweekend. Er stapten ook nog eens 11 BB-tjes uit de bus, waarop het totaal uitkwam op 23. Veurloper Marja verschoot van kleur en kreeg bijkans een hartklepverzwikking: hoe krijg ik die kudde veilig en compleet door de bossen? Nu mag je 10% verliezen, dus dat geeft ruimte. Bovendien heeft ze wel ervaring met grote groepen, want in 2020 leidde ze er 19 zonder problemen door de bossen van Borger (Marja’s kudde).

Toen was het roetjekoud, nu vreesden we weer een koude dag, omdat er een straf oostenwindje waaide. Maar hoera, hoera, het was zeer aangenaam. De zon scheen uitbundig, we liepen redelijk beschut, en de wind viel mee. Dus de warme winterjassen zaten alleen maar in de weg. Het was zelfs warm genoeg om dat zonnebad te te nemen op de Drouwenerzand. De bomen werden al lichtgroen, ik zag hier en daar speenkruid en Thea en Margreet S lieten mij de boomleeuwerik horen. Ik ken alleen de veldleeuwerik als zanger die het voorjaar aankondigt, maar deze leeuwerik doet het ook goed.

Tot zover de kudde en het weer. Nu de wandeling zelf. Marja herpakte zich, liep in stevig tempo voorop, hield de blik strak op de telefoon, keek zo nu en dan even achterom en deed net of er maar 10 schaapjes achter haar liepen. Ze leidde ons door de bossen, met eindelijk eens droge paden, langs het Nije Hemelriek, waar het te vroeg was voor de koffie, maar de plas lag te schitteren in de zon. En zo bereikten we na 13 kilometer de koffiestop. Ze waren voorbereid op zo’n grote meute en voorzagen ons snel van koffie en gebak. Frieda controleerde nogmaals of de chauffeurs over twee weken nog steeds via de P en R Haren wilden rijen. Hetgeen het geval was. Ze kreeg zelfs nog een extra auto van donkere Astrid. Van de weeromstuit bestelde ze in de herkansing een apfelstrudel, ze kreeg van Marja tot half twee de tijd en zat tenslotte als enige nog binnen te genieten. De rest stond buiten in de zon te wachten.

RevsundZelfs op het Drouwenerzand was het niet koud en namen we een zonnebad. In het vakantiepark stuitten we op een bordje ‘privéterrein’ met een meneer erachter die in de gaten hield wat we gingen doen. Nou, omlopen dan maar. Na nog een tweede twijfelpunt, bereikten we de oude spoorbaan van Assen naar Stadskanaal. Er lag op verscheidene plekken een bult stenen, die 1700 of 1800 miljoen jaren oud waren. Volgens Nicole gaven ze je energie. Peter vond energie voor 1800 miljoen jaar wel erg veel en raakte heel even met de punt van zijn pink de steen aan.

Vlak voor Gieten waren twee jochies een brug aan het bouwen over een slootje. De roodharige vroeg ‘waarom lopen hier aldoor zoveel mensen langs?’ Het klonk alsof hij het vervelend vond, maar hij was gewoon nieuwsgierig. Ik legde uit dat ze langs het Drentepad zaten en met dat antwoord was hij tevreden.

De nazit was in het ‘Zwanenmeer’, waar ze ook op ons gerekend hadden (goed geregeld, Marja), we hadden 23 kilometer in de benen, toostten op de herder, en constateerden dat we niet met iedereen hadden kunnen praten. Ik stel voor dat we de volgende keer twee aan twee gaan lopen en de rechterrij om het kwartier doorschuift. We moesten nog een kilometer lopen naar de auto en bus over een prachtig bospaadje, waar geen eind aan leek te komen. Dus de 24 kilometer hebben we wel gehaald.

Mariette