De Boetenbaintjes

Hunebed4

Veenhuizen3Voor die 3 attracties wilden 17 BB-tjes hun bed wel uitkomen. En natuurlijk ook voor de altijd verrassende wandeling van Jan. Om 10 uur was het nog te vroeg voor bier en was de kaastent nog niet open. Dus op naar de kraanvogels!

Ongeduldig als we zijn, riepen we na een half uur: ‘heb jij al een kraanvogel gehoord of gezien’? De grappenmakers onder ons antwoordden: ‘nee joh, dit is de ijsbaan en niet het Fochteloërveen’. Natuurmonumenten is druk bezig het hoogveen te behouden en te beschermen tegen uitdroging. Gigantische bergen zand liggen klaar om de kades te herstellen en zo het regenwater beter vast te houden. Daardoor is het door de week wat lastiger bereikbaar op sommige plekken.

kraanvogels2Na een uurtje zag Thea met haar scherpe vogelaarsogen iets bewegen in een weiland. En jawel, twee kraanvogels. Met haar verrekijker konden we allemaal genieten van deze mooie vogels. Missie geslaagd, we konden eigenlijk wel weer naar huis. Maar het Fochteloërveen zelf moest nog komen, dat had Jan als toetje bewaard. We beklommen de Weperbult, een soort Friese Vamberg van wel 25,5 meter hoog. Bovenop staat een mooi monument van cortenstaal met in het midden een glasplaat, waaronder restanten van computers liggen.

Bovenop de bult vertelde Rudolf het verhaal van zijn alweer nieuwe schoenen. Die mooie van Oudman (maat 46) waren te klein en zorgden voor blaren. Oudman vond dat hij de voeten goed opgemeten had en had bovendien geen maatje groter. Dus met de schoenen weer naar huis. Nu had hij met korting bij de ANWB een maatje 47 (volgens Bever had hij zonder sokken maat 44) gekocht in de hoop dat ze voldoen. Aan het eind van de wandeling was hij redelijk tevreden. Ik hoop voor hem dat dit blijvertjes zijn en het geen never ending story gaat worden.

We liepen langs de kampen Ybenheer en Oranje. In de oorlog opgezet als arbeidskampen en in de vijftiger jaren gebruikt als onderkomen voor Molukkers. Tijdens de koffie vertelde Sander dat zijn ouders vanuit Java naar Nederland gevlucht waren en in die kampen terecht gekomen waren. Al zijn broers en zussen zijn daar geboren. Zelf is hij als laatste in een ‘echt’ huis in Oosterwolde geboren. Een ontroerend verhaal. Hij liet me ook een mooie, vergrijsde foto zien van zijn ouders en een deel van de broers en zussen. Moeder gekleed in sarong en Sander nog niet geboren.

En toen kwamen we eindelijk op het Fochteloërveen. Prachtig, groots, weids, eindeloos, indrukwekkend en stil. Zelfs de Boetenbaintjes hielden hun mond. We namen het natte voetenpad, waar Janny ooit tot haar knie in de modder zakte. Nu was het redelijk droog, maar lastig lopen. Helaas geen kraanvogel te bekennen. Dus werden die eerste en enige twee nog bijzonderder. Eenmaal op het brede pad konden we de benen weer strekken, maar Jan had nog een smal en robbelig pad voor ons in petto. Laura, Willemien en Thea bleven doodgemoedereerd het brede pad volgen en hadden geluk dat ze ons weer tegenkwamen.

Om 4 uur zaten we na 23,5 kilometer aan het bier, aan een ongelooflijk grote, ronde, houten tafel in Maallust. Prachtig gemaakt, met in het midden een glazen ster en daarboven een ronde glaskoepel. En even mooie mozaïek toiletten als beneden. Na de toost en de bedankjes, kochten we schapenkaas en quatro stationikaas (geit, schaap, koe en waterbuffel). Alle attracties gehaald. Super!

Mariette