De Boetenbaintjes

Hunebed4

Veenhuizen3

Het was een heel gereken tijdens de wandeling rond het Fochteloërveen. We waren de hele tijd aan het tellen, zowel BB-tjes als vogels. Om 1 minuut voor half tien waren we met 9, toen Gerard en Monique aan kwamen scheuren: 11 BB-tjes dus in 5 auto's. Goed onthouden. In Veenhuizen stonden er nog 4 met 3 auto's. 11 plus 4 is 15. Mooi aantal.

We gingen door de bossen van Veenhuizen op weg naar het Fochteloërveen. Er stonden bordjes met 'verboden toegang' en met 'niet betreden, rustgebied'. Ook stond er een bordje dat de ijsbaan per fiets bereikbaar was, maar daar wilden we nog niet heen. Het kostte even moeite om het veen te bereiken, maar dat is Jan D. wel toevertrouwd.  Martha had haar oren niet in en werd haast door een mountainbiker overreden. Bijna waren er nog maar 14 geweest. 

Het pad werd smaller en natter en glibberiger. Nu zijn we aardig getraind de afgelopen weken, dus ons kan niets gebeuren, hoewel er statistisch gezien toch een keer iemand onderuit moest gaan. Janny offerde zich terwille van de statistiek op en zakte onverhoeds met haar linkerbeen tot haar knie in een diep gat. Ze hield zich met moeite staande en wist zich op haar rechterbeen uit de blubber te trekken. Het resultaat was een spijkerbroek met een zwarte en een blauwe pijp. Altijd heeft ze gamaschen aan, maar nu even niet; ze zaten in de rugzak. Ze gaf niet op en dus waren we nog steeds met 15.

KraanvogelsAan het eind van het veen spotten we 3 kraanvogels. Thea kon haar geluk niet op. Wij trouwens ook niet. Ik had er nog nooit eentje gezien. Prachtige grote vogel. Een paar kilometer verderop namen Thea en Maria afscheid. Ze zijn hun conditie nog aan het oppeppen en deden een half rondje. Jan had speciaal een kaart voor de terugweg gemaakt. Met zijn dertienen bezichtigden we het kleine informatiecentrum van Natuurmonumenten. Buiten vloog een grote groep vogels op uit het water. Weer kraanvogels? En hoeveel? Nee, gewoon grote ganzen en het waren er zeker 12.

Koffie was er in de enige kroeg van Fochteloo. Jan had onze komst aangekondigd en de koffie stond klaar. De stoelen waren bekleed met koeienhuiden en we pasten net rond de stamtafel. De bedienende dame was zeer efficiënt, maar niet echt communicatief. Ze had op 15 gerekend, er waren er maar 13. Ze moest er toch 14 serveren, omdat Monique koffie en thee wilde. Ze wilde zelfs wel een tosti voor Martha maken. En appeltaart was er ook, een zevenenhalf volgens Peter.

Plotseling brak er lichte paniek uit aan het hoofd van de tafel. Iet was haar telefoon kwijt. Nergens te vinden, niet in rugzak en niet in broekzakken. Of onderweg verloren, of laten liggen in het informatiecentrum. Jan bood aan met de hele club terug te lopen, maar Iet vond dat niet nodig en ging alleen terug. Toen waren er nog maar 12. Na een half uur appte ze dat de telefoon in het centrum gevonden had. Wij waren opgelucht en uitgeteld. We genoten nog van het laatste stuk Fochteloërveen en bereikten de mooie ijsbaan van Veenhuizen. Hij ligt prachtig en beschut in het bos. Hij is groot en vierkant, lastig voor beentje-over, lijkt me. De vraag is of hij ooit nog opengaat met deze warme winters. We moesten over het hek klimmen om eruit te komen. Gelukkig waren we niet op de fiets.

Om vier uur zaten we in Maallust met zijn achten. Waar was de rest? Toch nog kwijt geraakt? Nee, vier dames waren linea recta naar de kaaswinkel gegaan. Iet belde Jan dat ze al weer thuis was. Ze had vanaf het infocentrum een lift naar Veenhuizen gekregen. Bofkont! En zo kon het gebeuren dat 2 personen 16 kilometer hadden gelopen, 1 dame er 18 had gelopen en de rest de 23 had gehaald. Daar moet je wel op toosten en Jan voor bedanken. Aldus geschiedde.

Mariette