De Boetenbaintjes

Hunebed4

Na 3 maanden niet wandelen, althans niet in BB-verband, vond het bestuur het tijd om te onderzoeken hoe een wandeling met een grotere groep eruit zou zien. We besloten met een clubje van 10 te gaan proefwandelen. We hadden natuurlijk nog een aantal beperkingen, zoals het vervoer, de horecaregels en natuurlijk de heilige anderhalve meter. 

Dichtbij huis blijven dan maar, zodat we niet in het openbaar vervoer hoefden, eenlingen of vaste duo’s met de auto konden komen of anders fietsen. Jan D. was de aangewezen persoon om een centrale rol te spelen. Hij woont dichtbij in een mooie omgeving, hij is een ervaren veurloper, hij stond te trappelen om weer te beginnen en heeft een ruim huis en dito tuin.

We kozen voor een vaste en bijzondere wandeldag; de vierde zaterdag van juni en traditioneel onze picknickdag. Het weerbericht zag er niet zo leuk uit, regen en onweer was voorspeld. Maar ook dat hoort (soms) bij een picknickdag. Het weerzien was uitbundig met alle coronagroeten die er zijn: voetjeknuffelen met hak of teen, ellebogenwerk, zwaaien, kushandjes en gevouwen handen voor de borst. Keurig dus, maar of het altijd anderhalve meter was? Opvallend was dat een aantal dames, waaronder ikzelf, een coronakapsel had en van de omstandigheden gebruik maakte het haar te laten groeien en/of de kleur eruit te laten groeien.

Tijd om op pad te gaan. Na een half uur hadden we in de Onlanden onze eerste bui te pakken. Eigenlijk was het wel lekker, want het was broeierig warm, hoewel zo’n natte cape op je blote armen en benen niet erg aangenaam is. Jan leidde ons langs mij onbekende paden naar Friescheveen. Ik kan niet zeggen dat we in ganzenpas met anderhalve meter tussenruimte liepen. Je vervalt snel in het vertrouwde naast elkaar lopen kletsen. Gelukkig is het in de buitenlucht minder gevaarlijk.

Er zat niemand op het terras van het café, dus mochten we met 2 personen aan 1 tafeltje plaatsnemen en toen was het terras vol. De vriendelijke dienster vroeg ons of we ziekteverschijnselen hadden en of we de afgelopen twee weken in contact waren geweest met een coronapatiënt. Beide vragen konden we ontkennend beantwoorden en we mochten blijven. Ik denk dat dat het enige moment was waarop de anderhalve meter voor 90% gerealiseerd werd. Verder was het als vanouds. Als we stilstonden namen we hele pad in beslag.

Het was mooi in de natuur, mooie open vlaktes met slootjes met zwanenbloem en spirea. Ooievaars met en zonder kinderen. Mooie bruine koeien met reeënogen en een kuifje. Allemaal mannetjes en we dachten dat het Jersey-koeien waren. Een bontgevlekt en dun veulen. Jubelende veldleeuweriken en nog steeds zweterig en benauwd. De lucht werd donker en het begon te rommelen. We schuilden in het tunneltje onder de A7 en het viel wel mee. Geen Veendammer en Muntendammer taferelen gelukkig, waar het hoosde en bomen omwaaiden.

Na 20 kilometer waren we weer terug. De zon scheen en onder het genot van een hapje en een drankje evalueerden we de dag in de tuin van Jan. We waren er snel uit en het zal u niet verbazen dat we in juli weer van start gaan! Vooral ook omdat er dan geen beperking meer is in het aantal personen in de auto, al dan niet met mondkapje. We kunnen dus weer overal heen. Er is ook geen beperking aan de groepsgrootte. De horeca kan nog lastig zijn, omdat we nooit weten met hoeveel personen we zijn. Maar och, daar kunnen we wel zonder. Zelf meegenomen koffie of thee en een broodje in de hei is ook gezellig. Het biertje na afloop is wel een tegenvaller natuurlijk. Ook zelf meenemen dan maar. De anderhalve meter is ieders eigen verantwoordelijkheid.

We kunnen elkaar dus weer zien op zaterdag 11 juli. Tot dan!

Mariette