De Boetenbaintjes

Hunebed4

Nee, niet strippen in de betekenis van ontbloten, hoewel het weer er wel naar was, maar in de zin van strippenkaarten in het openbaar vervoer. We namen met zijn achttienen de Q-liner naar Westlaren, de start van de wandeling naar Assen. Als je een OV-chipkaart had, reisde je gratis, want kennelijk deed dat ding het niet. Als je een strippenkaart had, was je tussen de 5 of 8 strippen kwijt. Het hing ervan af de hoeveelste je in de rij was: hoe verder je achterin de rij stond, hoe meer strippen het je kostte. Hetty ging verhaal halen, maar het moesten er echt 8 zijn, de rest had dus mazzel.

Een grote club had zin in de voorjaarswandeling, evenals de vorige keer. Dat leidde tot hernieuwde discussies over het instellen van een ledenstop. Maar ja, dat helpt eigenlijk niet. Een meeloopstop is effectiever. Maar hoe doe je dat? Inschrijven tot 12 personen en wie het eerst komt, het eerst maalt? Of als er 12 personen op de afgesproken plek zijn, de rest terugsturen? Leeftijd, duur van het lidmaatschap, man/vrouw, loten? We kwamen er niet uit, dus blijft het zo. Dan kan iedereen genieten van de prachtige wandelingen en heeft de horeca een goeie dag.

En mooi was het. Langs de Drentse Aa, over het hoogholtje bij Schipborg, over de Gasterse Duinen, alwaar Jo aanvankelijk het pad aan de verkeerde kant van het hek nam. Een test of we over het schrikdraad konden klimmen, leverde hem een beste schok op: nee dus! Dan maar een kilometer omlopen. Het voordeel was dat we twee ooievaars in de wei zagen lopen. Altijd weer mooi een prachtig gezicht. Met een grote boog, weer langs de Drentse Aa waar Jan zelfs even de leiding van Jo overnam, bereikten we het café in Gasteren: lekkere koffie en vlotte bediening.

Op het Ballooërveld hadden Josefien, Angela en Berend zin om lekker door te lopen en dachten dat de rest wel zou volgen. De rest was zich echter aan het hergroeperen en zoals dat gaat: als er twee stilstaan, pakt er altijd 1 een boterham of een kopje thee, en is het meteen een pauze geworden. De drie voorgangers gingen er op afstand ook maar bij zitten. Wij hadden nog even de neiging de andere kant op te gaan, ze terug te roepen en dan toch weer op onze schreden terug te keren, maar och, toch maar niet zo kinderachtig zijn. In de schaapskooi was geen schaap of lammetje te zien, lekker naar buiten waarschijnlijk. Hun vachten waren wel te koop. Brrr, als ik ze zie krijg al neiging te gaan krabben. Jo had nog een avontuurlijk stukje voor het eind bewaard: een drassig weiland. Het viel mee, niemand ging onderuit of haalde een natte voet. Hoewel ik hier en daar opving dat het tempo zo laag lag (volgens Jo was het gemiddeld toch 5.2), waren we voor vieren op het station in Assen.

Tijd genoeg dus om een gezellige kroeg te zoeken. Maar iedereen verdween in de Douwe Egberts corner, zoals de stationsrestauraties tegenwoordig heten. Een schande is het, je kan er alleen nog maar koffie of thee krijgen. Geen drankje, geen broodje, laat staan een warme maaltijd. Vooral in Groningen is dat een klap in je gezicht: zo’n sfeervolle omgeving om gezellig te zitten, en dan moet je naar de ongezellige Burgerking, als je honger hebt. Wij, Annemiek, Peter en ik waren opstandig, hadden genoeg koffie gehad, kochten een flesje witte wijn, een blikje Grolsch en een flesje rosé, en namen de trein naar huis samen met Margot, die snel naar huis wilde. Onze drankorgie veroorzaakte enige hilariteit in de trein. Margot en Annemiek hadden samen hun flesje al leeg, ik was halverwege en meldde dat ik ook wat drinken betreft een diesel ben. Hierop zei een coupégenoot: "jij bent dus zo iemand die als laatste blijft en dan nog een jenever neemt?" Hij had het helemaal goed. Ik drink graag een oude jenever.

Op het station in Groningen stopte de trein op het ‘Leeuwardenperron’. Annemiek en Margot waren helemaal gedesoriënteerd en liepen de verkeerde kant op. Toen wij ze weer in de goeie richting gezet hadden, gingen ze samen op zoek naar de juiste uitcheckpaal, niet die dikke van Arriva, maar die slanke van de NS. Wij namen de trein naar Zuidbroek. Ik hoop dat de twee dames goed thuis gekomen zijn zonder ons.

Mariette