De Boetenbaintjes

Hunebed4

Je hebt boetenbainen in soorten en maten. De doorgewinterde boetenbain zoals Annemiek twijfelt geen moment en geeft zich meteen op voor het winterkamperen. Een luxe bain, zoals ikzelf, stelt de beslissing nog maar even uit. Zal ik wel, zal ik niet? Gaat het vriezen? En hoeveel regen gaat er eigenlijk wel niet vallen?

De link van de camping laat een natuurcamping zien bij Haarlo. Een natuurcamping? Is dat met of zonder warme douche? Ik informeer er maar niet naar, want dat hoort natuurlijk niet. Je gaat of je gaat niet. Een paar uur voor sluiting van de inschrijftermijn geef ik me op. Ik ga dus. Heb ik dat echt aan Janny gemaild? Ja, dat heb ik echt gemaild. Prompt gaat het vriezen.

Dan volgt het mailtje van Peter. Een boetenbain met pech: in een kuiltje gestapt tijdens het hardlopen. Alleen een beetje strompelen lukt nog. We moeten het zonder Peter en Mariette stellen. Op de achtergrond blijven zij via de moderne communicatiemiddelen toch aanwezig. Peter brengt de doos met gezamenlijke spullen naar Jan D. "En de boswachter" zo mailt Peter "zorgt voor hout en twee jerrycans met water". Dat laatste kan maar een ding betekenen. Er is geen warme douche. Sterker nog: er is ook geen koude douche of toilet. Waar ben ik aan begonnen?  "U kunt het beste maar een extra reddingsfolie meenemen" adviseert de verkoopster in de kampeerwinkel. "Die legt u dan onder uw slaapmatje. Dat houdt de optrekkende kou tegen".

Goed, om kort te gaan, op zaterdag 21 januari verzamelen er, bij een temperatuur van + 5 graden Celsius, niet negen maar zeven boetenbainen op de parkeerplaats bij station Holten. En naast extra folie heb ik zowel regenjack als regenponcho bij me, gamaschen en een regenbroek. En dat terwijl mijn gewone jas ook wel een buitje moet kunnen hebben. Thea heeft zich ook uitgeleefd: een ingenieuze broek bestaande uit twee losse pijpen waarvan eerst en vooral de kleur opvalt: fluorescerend oranje. Ook handig bij het oversteken. De ingrediënten voor de maaltijd worden eerlijk over de rugzakken verdeeld. Ik ontferm me over de Jutter, wat later Groningse Jägermeister blijkt te zijn. Dan is er nog een mysterieus zakje met lucifers er in en vierkante blokjes. "Voor Janet" staat er op het etiket. Hierover later meer.

Vanaf de parkeerplaats lopen we, nee, niet eerst naar het café, maar meteen de natuur in. Eerst een stuk door het open veld, vergezeld door een stevig windje. Daarna door het bos. Jan D. belooft dat er al na een half uurtje horeca komt. En wat voor horeca. De eerste stukken appeltaart dan wel brownie met slagroom gaan er goed in. Ondertussen is het gaan regenen. Bij vertrek worden de regenponcho’s en jacks tevoorschijn gehaald. Maar even later kunnen ze ook weer uit. Tea kan in haar eentje zo’n poncho aan en uit krijgen door van de wind gebruik te maken. Dat is nog ‘ns samenwerken met de elementen!  Ondertussen heeft het bos plaatsgemaakt voor prachtige heidevelden. Het heuvelt behoorlijk. We wanen ons in het buitenland. Onderweg biedt een schuilhut op de Holterberg een uitstekende lunchplek. Van daaruit gaat het richting Hellendoorn. We krijgen dreigende  luchten  en prachtige uitzichten voorgeschoteld.  Vlak voor Hellendoorn doen we nog een sjieke horecagelegenheid aan. Van daaruit gaat het over de mooi meanderende oude Deventerweg naar camping Twilhaar.

Snel de tentjes opzetten, want het is nog licht. De twee T(h)ea’s delen een tent net als de beide Jannen. Het is even worstelen met de folie en het zelfopblazende slaapmatje, maar dan is mijn is mijn slaapplek geregeld. Inmiddels zit de rest al om het kampvuur. En dan blijkt waarom de lucifers aan Janet zijn toebedeeld. Het ene na het andere houtblok wordt door haar op het kampvuur gelegd. De aanmaakblokjes waren aan haar zeer welbesteed. Jan D. ontfermt zich over de benzinebranders en even later zitten we aan de overheerlijke nassi met saté en niet te vergeten de bijlagen. En wat een geluk: het blijft de hele avond droog. Jan de R. sprokkelt nog wat extra dennentakken en pakt het voorleesboekje erbij. Onder het genot van een bekertje Jutter en de Drentse variant daarop leest Thea voor uit het klein survivalboek. Wat te doen als je onderweg een wolf tegenkomt? Doe als een eland en loop op handen en voeten. Toon de wolf je strot. Er zal je niets gebeuren. Janet is niet meer te houden en legt tenslotte ook de doos op het vuur. Dat zorgt voor een spectaculair eindeffect.

De volgende ochtend kunnen we zowaar een droge tent inpakken. We hebben het niet koud gehad. Nee, ik ook niet. De folie en mijn 3-laagse nachtkledij hebben hun werk uitstekend gedaan.  Als we het ontbijt op hebben komt er een sms-je van Peter binnen: 10.00 uur, Nu op pad! Via een oversteek die parallel loopt aan een wildtunnel, lopen we naar de Haarlerberg. De gastvrouw van de gelijknamige horeca wil zelfs onze jassen aannemen! Annemiek legt haar snel de basisprincipes van het winterkamperen uit.  Van daaruit naar de Sprengenberg die een prachtig uitzichtpunt over de omgeving biedt. De heide maakt plaats voor rietvelden met heel veel water en heel veel blubber. Jan heeft een zeer afwisselende route in elkaar gezet, want even later lopen we langs de Regge. Het gebied is heringericht, dus moet Jan de route even verleggen en lopen we over een erf.  Met de elandtechniek in het achterhoofd trotseren we een waaks blaffende boerderijhond. Via een doorsteek door een natuurgebied bereiken we Nijverdal. Met z’n zevenen zit het busje naar Holten meteen vol. Wie nu nog mee wil heeft pech. We sluiten af in het café bij het station. Die Sallanders kunnen er wat van met de horeca. Ook hier zijn ze zeer gastvrij en krijgen we een eigengemaakte koek aangeboden.

De moraal van dit verhaal: je hebt pas echt gekampeerd als je hebt gewinterkampeerd. En je hebt pas echt gewinterkampeerd als het gevroren heeft. Dus deze luxe bain gaat zeker nog een keer mee!

Erna