De Boetenbaintjes

Hunebed4

Uitgeteld lagen we op de bank in Delfzijl bij Laura en Jan: 9 Boetenbaintjes die 34 (34, echt waar!) kilometer in de benen hadden. Jan was zo aardig om de soep voor ons op te scheppen en aan te geven, de rest moesten we helaas zelf doen. Dat betekende lopen van de bank naar de tafel en weer helemaal terug. Bijna onhaalbaar en vergezeld van veel gezucht en gesteun. En van de slappe lach.

Maar laten we beginnen bij het begin. Toen ik op het station aankwam, veel te vroeg, want lichtelijk neurotisch als het op OV aankomt stond ik daar helemaal in mijn eentje. Ik overwoog om bij het normale vertrekpunt te gaan kijken: de tocht was immers verzet. Misschien had niet iedereen dat gelezen en stonden er BBtjes op het verkeerde punt te wachten. Maar op dat moment kwamen Sietske en Margot aan lopen en was ik gerustgesteld. Met z’n drietjes vertrokken we uit Groningen, op station Euroborg stapten Margreet, Jo, Frieda en Iet in. Allemaal zagen we op tegen de lange tocht van 28 kilometer, maar het prachtige weer had ons allemaal toch in de wandelschoenen gejaagd. Op station Kropswolde stonden Laura en Jacqueline, die onmiddellijk meedeelde dat ze het een uitdaging vond, de 28 kilometer, maar toch had besloten die aan te gaan.

Het eerste stukje ging voortvarend. We begonnen in  een stukje bebouwing, maar kwamen daarna in een mooi voorjaarsachtig waterrijk gebied. Té waterrijk, bleek nadat we een tijdje over modderig terrein hadden gelopen. Op een gegeven moment konden we niet verder: overal water en zompig gebied. We stonden een tijdje besluiteloos te overleggen en op de kaart te kijken maar dat hielp niets: het bleef nat en het water wilde niet wijken. Terug dan maar. Hoewel …. Jo legde zich daar niet één, twee, drie bij neer en vond dat iemand toch moest proberen of het écht niet kon. Er waren geen vrijwillgers en dus maakte hij zijn reputatie waar: hij stapte in het water, en ging vervolgens koppie onder in de modder. Wij schrokken ons allemaal dood en dachten dat hij z.s.m. met de bus terug moest maar Jo reageerde heel lakoniek: ik heb nieuwe waterdichte schoenen, een goede waterdichte broek: niets aan de hand. Gelukkig maar! Terug dus maar en nu echt.

Na een tijdje op het goede pad gelopen te hebben en we aan het begin van een bosrand aankwamen waren we ineens Iet en Jo kwijt. Uiterst merkwaardig: net liepen ze nog achter ons. Na enig geroep van onze kant kwamen ze in de verte aanlopen: de tweede opluchting binnen een uur. Ze waren niet verdwaald, zo bleek, maar Iet had een broodje uit haar rugzak willen pakken, waarbij de bovenste lus van haar rugzak om haar hand was geglipt. Geen probleem zou je zeggen, maar Iet evenwel kreeg met geen mogelijkheid haar hand weer uit dat lusje. Wat ze ook probeerde het lukte niet. In haar paniek moest Jo er aan te pas komen om haar hand en rugzak van elkaar te scheiden. Wij kamen niet meer bij van het lachen toen ze het verhaal vertelde.

Nu ging het in een lekker tempo naar  Woudbloem, waar we lekkere koffie dronken in de boerderij waar we 5 jaar geleden ons jubileum vierden. We werden met een hartelijke handdruk ontvangen door de gastheer. Hij en zijn vrouw kwamen er gezellig bij zitten. Inmiddels was het zo lekker warm geworden dat bij velen van ons de jassen uitgingen. We genoten van de schitterende wandeling door dit mooie gebied, maakten af en toe een kort stopje en tot en met het eind van het Schildmeer waren we allemaal in opperbeste stemming. We genoten van al het voorjaar: jubelende leeuweriken, zwemmende reeën, veel bloeiende bloemen, zelfs een klein polletje ereprijs, en kamille.

Maar allengs begonnen we voorzichtig in de gaten krijgen dat we weliswaar al een heel eind gelopen hadden en de middag al een behoorlijk eind op streek was, maar dat het eindpunt nog in geen velden of wegen  te bekennen was. We vermoedden toen dat het wel eens meer zou kunnen worden dan 28 km. Sietske hield het voor ons bij op haar telefoon. Laura’s humeur was niet kapot te krijgen. Ze prees voortdurend de prachtige dag, wilde ons ook steeds laten geloven dat we er bijna waren (hoewel de kaart toch echt iets anders liet zien) en bleek een ster in peptalk, waarvoor hulde! Toen we de meesten van ons al op apegapen lagen wees Laura een brug aan, die heeeel in de verte zichtbaar was en vertelde opgewekt  dat ze daar aardig dicht in de buurt woonde. Margreet, toch niet voor 1 gat te vangen, zei droog dat dat misschien wel een brug te ver was. Maar uiteindelijk kwamen we dan toch al strompelend bij Jan aan, 6 uur was het inmiddels. We trokken met moeite onze schoenen uit, en vielen afgepeigerd neer. Het leek Frieda een goed idee om ons in deze staat op YouTube te zetten, maar dat hebben we toch maar niet gedaan.

Wat bij niemand van ons verbazing wekte: de 28 kilometer waren ver overschreden, het waren er dus 34. Gevoelsaantal 40, vond Jo. Des te beter lieten we ons de soep, met brood en in mijn geval de rode wijn goed smaken en ja… we hebben er weer een stoer verhaal bij!

Marja

 

P.S.: De heup is halverwege
Verleid door het prachtige lenteweer, maar nog niet klaar voor een BB-wandeling van 28 kilometer, testte ik mijn heup in een rondje Drentse A. Eerste maar eens koffie in café de Drentse A waar het heel erg rustig was. Daar na via het hoogholtje, het vlonderpad en de Gasterse duinen naar de herberg in Anloo voor een lunch. Lekker op het terras. Terug via het pad met zicht op de boerderij ‘De Schipborg’ , het orchideeënveldje en dan niet over het hoogholtje, maar ervoor langs en aan de andere kant langs de steile over van de Drentse A terug naar de auto. Toch algauw 3 uurtjes en 12 kilometer. Volgens Peter was mijn tempo normaal. Na afloop geen pijn, alleen een beetje stijf en moe. Vandaag ook niets aan de hand. Toch ga ik niet weer zover, maar ga lekker in de zon zitten lezen. Wie weet loop ik binnenkort weer mee, ook al is het voor de helft.

Mariette