De Boetenbaintjes

Hunebed4

"Zouden de börgbloumpjes al bloeien?", vroeg Laura op de parkeerplaats van de Fraeylemaborg. Ik dacht van wel. En jawel hoor in de voor- en achtertuin bloeiden de anemoontjes en holwortel volop, en stond de daslook dik in het blad. Sneeuwklokjes en krokussen waren uitgebloeid. En overal waren grote gele plakkaten speenkruid. Geen börgbloumpje volgens mij, maar wel de lentebode bij uitstek. En langs de waterkant stonden dikke dotters.

Mooi woord 'börgbloumpjes'. In het Nederlands heten ze stinzenplanten, hoewel dat eigenlijk weer gedeeltelijk Fries is (stins is stenen huis). Zeker is dat al die planten voor mij de voorjaarsbloemen bij uitstek zijn, van februari tot en met mei/juni staan ze te pronken rond mooie landgoederen. Zelf probeer ik een stinzenbosje in mijn achtertuin te maken, en dat lukt aardig.

De borg zelf stond te schitteren in de zon. De achtertuin van de Fraeylemaborg is verrassend mooi met heuveltjes, bruggetjes en watertjes, en een luidruchtige specht. Het kostte nog enige moeite om de gracht over te steken en dan sta je opeens in het weidse Groningerland, waar de veldleeuwerik hoog in de lucht zingt, de geelgorsen in de berm spelen, de hazen in het land dartelen, de buizerd overvliegt en even later zelfs 2 kiekendieven. Het is puur genieten, zeker met zo'n lekker zonnetje erbij.

We liepen door de Baggerputten, een klein, maar fijn, en voor bijna iedereen nieuw natuurgebiedje. Hier werd vroeger turf gestoken. En dat is wel bijzonder, want Slochteren ligt zelf op een zandrug (en een gasbel, maar dit terzijde), maar ten noorden en ten zuiden is het veen. Midden in het gebied liggen twee grote plassen waar ook gevist mag worden, maar je moet je wel aan de gedragsregels van hengelsportvereniging de Zwervers houden, zoals: tijdens het karpervissen is het verplicht een onthaakmat te gebruiken, het is verplicht weerhaakloos of met microbarb weerhaak te vissen, het is verboden een karper in het bezit te hebben, en het is verplicht alle vis terug te zetten. Geen lekker maaltje mee naar huis dus. Laura dacht er middendoor en dan weer omheen te kunnen. Maar we stonden plotseling op een soort schiereiland en zwemmen was wel erg ver. Natuurlijk leidde dat ommetje tot de onvermijdelijke grap "Laura, je maakt er toch niet weer 34 kilometer van".

Na de Baggerputten volgden een paar lange, rechte, geasfalteerde wegen. Maar ja dat hoort ook bij het Groninger land. Al snel bereikten we het natuurgebied rond Woudbloem, bekend van ons vorig jubileumfeest. We werden hartelijk ontvangen door Kees en Frouke met koekjes, koek en koffie.

Toen we buiten kwamen bleek het te sputteren en was het wat harder gaan waaien. Frieda liep naar Scharmer om de bus nar Groningen te nemen. Ze ging de verjaardag van Iet vieren. En wij liepen met de wind in de rug met de Scharmer AE en de Slochter AE aan onze linkerhand en een mooi waterrijk natuurgebied aan de rechterhand terug naar Slochteren. Sander trakteerde ons op spannende, donkere, Surinaamse keelklanken, die wonderwel pasten in het open Groninger land. Tijdens de nazit zong hij trouwens iets van de Bee Gees, die toch aanzienlijk hogere klanken uitstootten.

De souvenirwinkel had een goeie aan ons. De een na de ander verdween in de winkel om met een pak prachtige kaarten weer naar buiten te komen. 1 daarvan ging naar Margot voor haar verjaardag. We hadden een mooie zijkamer voor ons alleen met zicht op een groepje vrouwen aan de high tea. Het leek een vrijgezellenuitje, 1 van de dames had een jonkvrouwenkleed aan: lang en met veel goud. Ze hadden het goed naar de zin. Wij ook trouwens. Jan R. en ik waren net begonnen aan Magdalena van Maarten 't Hart en vonden het een zeer komisch boek, ondanks zijn niet altijd gemakkelijk jeugd. Het was ook fijn dat Jan R. voor het eerst sinds jaren weer een hele wandeling zonder problemen mee kon lopen. Houden zo, Jan.

En zo kwam een einde aan een mooie wandeling, die lang geen 34 kilometer werd, gelukkig. Ik denk zo ongeveer 22 van de beloofde 24. Goed gedaan, Laura!

Mariette