De Boetenbaintjes

Hunebed4

Iedere Groninger weet hoe je dat uitspreekt: niet als de lange toon met twee aa’s, maar wel met een wat langere a dan de gewone korte a. Met z’n zevenen stonden we bij Ekestein in Appingedam voor de 2de wandeling van Gerard. Hij was aanvankelijk wat teleurgesteld door het geringe aantal, maar wij verzekerden hem dat het niet om de kwantiteit ging, maar om de kwaliteit en hij zich vereerd mocht voelen met dit selecte gezelschap. Martha voegde toe dat het in ieder geval al droger en minder koud was dan zijn vorige wandeling in Garnwerd, dus zijn dag kon niet meer stuk. Margot dacht dat het de hele dag droog bleef; ze had immers haar portemonnee bij zich (vorige keer vergeten) en een paraplu, maar geen regenbroek/cape bleek later.


Langs het Damsterdiep liepen we naar Appingedam, een mooi stadje waar een hippiesmarkt was. Nou ja, wat je hippiesmarkt noemt. Het was gewoon een braderie waar de dames een bloemensjaal om hun hoofd hadden geknoopt. Via de buitenwijken en de restanten van kartonfabriek De Eendracht (de vroegere werkplek van Jan de R.) bereikten we het Eemskanaal, gevolgd door het Schildmeer. Alles was geel: de dotterbloemen, de scherpe boterbloemen, de paardenbloemen en de koolzaadvelden. Een zonnetje erbij was leuk geweest, maar je kan niet alles hebben.

Ons was koffie beloofd aan de rand van het Schildmeer. Dus wij blij toen Boei 12 in zicht kwam. Maar helaas, Boei 12 was gesloten en alleen open op verzoek bij meer dan 15 personen en bij heel mooi weer: beide voorwaarden waren niet aanwezig. Gerard was boos en verdrietig: hij had gebeld en was bovendien nog een keer langs gegaan en er was afgesproken dat we welkom waren. Dan maar niet. Boei 12 ligt er voor goed uit, daar komen we niet weer. Iets verderop stond een zeer robuust chalet, gemaakt van hele dikke boomstammen. De uitbaatster was ook zeer robuust en aardig en vertelde dat de bomen uit Zweden kwamen, dat het chalet eerst in Zwitserland gebouwd was en vervolgens afgebroken en aan de rand van het Schildmeer weer in elkaar gezet. Het stond er nu 7 jaar en het hout was nog niet uitgewerkt en moest regelmatig aangedraaid worden. Na 10 jaar moet het stabiel zijn. Behalve dit verhaal had ze ook koffie, appeltaart en Italiaanse tosti. Helemaal goed dus. Martha had kennelijk een vooruitziende blik (of ze had het koud), want ze trok haar regenbroek aan, die een uur later goed van pas kwam.

We vervolgden ons rondje Schildmeer en liepen langs de Munnikesloot en de weg terug naar het Eemskanaal. Daar begon het te regenen en gingen de capes aan. Regenbroek leek niet nodig. Gelukkig hadden we de wind in de rug en had Gerard nog in geheel ingepakte reservecape voor Margot. We liepen door de vette klei die dikke klossen onder schoenen vormde. Dat was raar en zwaar lopen. Bovendien was mijn cape zo lek als een mandje en werd ik tot aan de billen nat (en koud). We namen de eerste de beste asfaltweg naar links, spoelden de schoenen schoon, zo goed en zo kwaad als het ging in de plassen en het gras, en werden steeds natter. Via Garrelsweer kwamen we weer langs het Damsterdiep en brak zowaar de zon door. Het laatste stuk ging door het park van landgoed Ekenstein met heuveltjes, watertjes, bosanemonen, daslook en uitgebloeid speenkruid. Toen hadden we er 29 kilometer op zitten en dat voelden we goed in de benen. Gerard had ook nog een mooie kamer voor de nazit gereserveerd, die hijzelf niet zo goed kon vinden. We dachten eerst dat hij bij het feestje was gaan drinken, maar hij was in de keuken terecht gekomen.

We genoten van de prima wijn in mooie glazen of het bier, en Martha van de zelfgemaakte appelcarré en koffie. We bedankten Gerard en prezen hem voor de mooie wandeling die hij helemaal uit het hoofd geleid had: geen kaart, geen kompas, geen GPS, helemaal zonder hulpmiddelen. Chapeau!

Mariette