De Boetenbaintjes

Hunebed4

Dat waren de onderwerpen tijdens het Pinksterweekend in Duitsland. Vogels waren er altijd in alle soorten en maten, met als hoogtepunt de Novovink. Kuchen waren er soms wel, soms niet, met als hoogtepunt de taart bij A la Turka in Nahne. Spargel waren er niet, een dieptepunt dus. En het weer dan? Nou vooruit: hoogtepunt was de zon op 1ste Pinksterdag en dan met name de zon op de camping bij Bad Iburg, en het dieptepunt was de regen gedurende de laatste anderhalf uur van de tocht.

De Novovink
We begonnen trouwens ook met een dieptepunt: Marja ging niet mee. Ze vertrouwde haar hart niet helemaal, had de hele nacht liggen piekeren en belde zaterdagochtend met pijn in het hart Margreet S. dat ze het niet aandurfde. Wel haalde ze Laura S. en Margreet S. op en bracht ze naar Paterswolde, alwaar ze ons allen informeerde. Moest ze toch nog iets regelen voor haar verjaardag op 2de Pinksterdag. De T(h)ea’s waren wat ziekjes; snipverkouden geweest of bezig het te worden.

Na een voorspoedige reis startten we vanaf de Friedhof in Nahne in een grijze, beetje mistige omgeving. Gelijk bergje op, wat moeite kostte en een aanslag deed op de longen van Thea. Na een uur was er al koffie met taart in de tent waar we ooit "Windbeutel" hadden gegeten. Die stond nog op de kaart, maar we hielden het op kruisbessentaart, die het keurmerk "wel aardig" kreeg. Het ging een beetje miezeren en nog wat harder regenen, een goede test voor de nieuwe regencapes van Peter en Mariette. De ondergrond was glad en glibberig en modderig, maar de omgeving was mooi.

Toen we camping bereikten was het droog en dat bleef het ook. Ook hier waren we eerder geweest: een mooi groen veldje op een terrein met verder allemaal vaste plekken. De eigenares was wat stoens, maar het lukte toch op beslag te leggen op 2 wat gammele banken. Jan poetste vol ijver de ene bank schoon en de groene algaanslag verdween als sneeuw voor de zon ("je moet doen waar je goed in bent", aldus Jan). Er was wijn en pinda's en gore zooi (chorizo). Het leven was goed.

En toen verscheen de Novovink. Eerst was het gewoon een jong vinkie, maar na verloop van tijd bleek hij meervoudig gehandicapt te zijn: een rechteroogje dat het niet deed, waardoor hij scheef liep en alsmaar naar links overhelde, en hij was doof, want trok zich niks van ons gejoel aan. Dus werd het de Novovink, die vooral gek was op Margreet. Hij kwam steeds dichterbij haar, vloog dan even weer weg en kwam ijlings terug. Pa en moe kwamen zo nu en dan kijken, maar zagen dat het goed was. In de kastanjeboom zaten trouwens ook nog puttertjes, en ook werd de groenling gesignaleerd. De Novovink at mee van de nasi en had het goed naar de zin. Wij gingen na het eten nog even de kroeg in en lagen om half 11 in bed.

Taart met een omhelzing en de Canadese ganzen
De volgende ochtend werden we al vroeg gewekt door het vogelconcert met de Novovink in de hoofdrol. We ontbeten in de zon en de Novovink at brood met hagelslag mee. We vertrokken in de korte broek en lieten vinkie aan zijn lot over. Het was prachtig; een glooiend landschap met de bekende koolzaadvelden en bloeiende fruitbomen.

Om 12.00 uur aan de koffie. Het terras was niet in de zon en wel in de wind, dus toch maar binnen zitten in een prachtige oude Gasthof, dat nog een echt familiebedrijf was. De eigenaresse was een stevige, vriendelijke dame, die wat moeite had met het opnemen van de bestellingen, maar dat lag niet alleen aan haar. Ze zou kijken wat er aan Kuchen was. De overige gasten zaten aan de Spargel, grote schalen vol en wij verheugden ons al op de avondmaaltijd. Maar eerst de koffie met Kuchen. Er was geen keuze, we kregen gewoon allemaal een bordje lekkers. De andere taarten stonden nog in de oven en waren pas om 14.00 uur klaar. Wij zijn gewoon domme Hollanders die niet op het juiste moment Kaffee mit Kuchen nuttigen. Toen we af wilden rekenen ging ze er eens goed voor zitten en had volstrekt geen haast. Duur was het ook al niet. Ze liep mee naar buiten en wees ons de weg naar Bad Iburg: Sie nehmen die Waldweg und dann immer gerade aus!  Ik kreeg spontaan een omhelzing en ze zwaaide ons uit. Daar komen we nog eens terug.

Een beukenbos in de lente is heel erg mooi: lichtgroen blaadjes die het licht nog doorlaten, groene ondergroei met daslook, aronskelk en lievevrouwebedstro. En bijzondere nestkastjes met 1 tot 3 ingangen, die wel van beton gemaakt leken. Het leek ons overdreven om in zo’n bos nestkastjes op te hangen. We leerden van Margreet de zang van de zwartkop en de zwarte mees te herkennen.

Op de lunchplek schreeuwden we een jongetje op een moutainbike naar boven (zijn ouders liepen met de fiets aan de hand naar boven: watjes) en maakte Thea de groepsfoto: eerst zonder Thea (te laat van start gegaan), toen zonder Laura, omdat Thea voor haar ging staan en tenslotte OK. Nieuw voor ons waren de afritsmouwen van Tea. Schijnt in de fietswereld normaal te zijn. Ze vormden een mooi duo: Thea met de afritspijpen op de enkels en Tea met de afritsmouwen op de polsen.

De camping in Bad Iburg lag achter de Gasthof; een mooi grasveld voor 3 Pipowagens, die niet bezet waren, maar wel balkons en stoelen hadden en waar de zon warm was. Het verhaal van de douches met druk-draaiknoppen, warm of lauw water en een waterstraaltje dat precies tussen je benen richtte, was hilarisch voor de aanwezigen, maar te flauw voor de lezer, maar zelfs Mariette nam een douche. Twee Canadese ganzen staken hun kopies boven het hoge gras en het leven was goed. Maar………er waren kein Spargel! Ze waren nog te duur! Gelukkig waren er wel zes varianten schnitzel en een buitengewoon vriendelijke dienster die zo bij het toneel kon, en niet te vergeten Weise Burgunder, die in een glas van een kwart liter geserveerd werd. We deden het ervoor. Nog een ommetje zonder kroeg en naar bed. Het paartje Canadese ganzen ging ’s nachts als gekken tekeer. Opgejaagd door mens of dier?? En Thea hoorde een uil, wij allemaal niet.

De museumdirecteur en de kwikstaart
’s Ochtends regende het nota bene. Maar om half negen was het droog en konden we droog ontbijten en de tent afbreken en aan de laatste etappe beginnen. Eerst door het bos over een deel van de Hermansweg: het was er hartstikke druk, vergelijkbaar met het Pieterpad. Margreet hoorde de fluiter en wij dus ook.

Het begon weer een beetje te miezeren, toen we de museumdirecteur ontmoetten. Waarschijnlijk had hij ons al van verre aan zien komen toen we de heuvel beklommen waarop zijn boerderij stond. Maar hij stond quasi toevallig bij de achterdeur en we moesten zijn museum met oude spullen bezichtigen. (Andere Duitslandgangers zullen hem herkennen). Het was een zeer krasse oude man met heldere oogjes die in zijn "uitdragerij" precies de weg wist en ons oude kranten, werktuigen, spinnenwielen en bijbels (ich woltte Ihnen ein bischen from machen) liet zien. Tea maakte een foto van hem met zijn arm lekker om Laura heen. Toen we weggingen hielp hij Tea galant in haar poncho.

In de Gasthof in Oesede (met de klemtoon op de eerste lettergreep) hadden ze geen Kuchen! Ook geen Mittagtisch trouwens, maar wel een goede latte macchiato. Na nog een stukje landelijk gebied kwamen we weer in de bewoonde wereld en begon het steeds harder te regenen. Margreet had een doorweekte broek. Maar na anderhalf uur waren bij A la Turka en werden we met open armen ontvangen. We hingen het terras vol met natte spullen, deden in de wc droge spullen aan en genoten van de geweldige taart. Peter en ik deelden een kruisbessentaart die wel 3 verdiepingen telde. Margreet en Thea hadden ieder een hele. We zongen "lang zal ze leven" door de telefoon voor Marja, die gelukkig met de hele familie lekker zat te eten. We ontdekten dat de witte kwikstaart een nestje had in de geranium die aan het terras hing.

De terugreis was het eerste uur nat en naar, maar na Rheine werd het droger en minder druk. Rond zessen waren we weer in Paterswolde. 

Mariette

P.S.: We hebben heel veel ideeën voor het lustrum. We zullen ze doen toekomen aan de lustrumcommissie!