De Boetenbaintjes

Hunebed4

Toen ik van de week bij Mariette op ziekenbezoek was na haar onfortuinlijke val kwam zij na het uitwisselen van de wederwaardigheden over haar gebroken heup al snel met de mededeling dat ik maar plaatsvervangend stukjesschrijfster moest zijn. Want om nou een stukje te schrijven op basis van wat Peter haar vertelt, da’s ook zo wat…

Dus gaf ik mijn ogen en oren goed de kost: valt er wat te rapporteren? Nou nee dus, het was een prachtige wandeling, lekker pittig koud en alles liep op rolletjes. Zelfs het vertrek vanaf het station met 13 BB'tjes verliep dit keer oh, wonder, vlekkeloos. We kwamen om 9.50 aan in Noordlaren en vertrokken direct nadat we daar Jacqueline hadden begroet die weer eens meeliep. Voor het eind van de dag was ons sneeuw in het vooruitzicht gesteld. Bovendien was het voor het eerst deze winter vrieskoud.

Al kakelend over wat we allemaal aan hadden om dit ongemak te trotseren liepen we door mooi bosgebied en koude winderige velden naar Tynaarlo waar we koffie dronken in een wonderlijk café. Er was geen cappuccino en geen appeltaart. Althans: op de gebruikelijke vraag van Jan: "Hebt u er ook wat bij?" werd niet gereageerd. Maar de koffie was lekker.

Daarna ging er gelukkig toch wat mis. Het is me niet duidelijk wat precies, maar we moesten ineens á la Peter over prikkeldraad klauteren en ons door een merkwaardig slootachtig greppeltje naar de andere kant zien te worstelen, bukkend door een heel raar laag tunneltje lopen, nog eens over prikkeldraad klauteren en vervolgens over een glad hekje klimmen. Dankzij onze galante ridders Peter en Jo, die helpende handen boden, kwam iedereen er zonder kleerscheuren vanaf.

Toen dit alles achter de rug was en we op de meest winderige brug bij de Drentsche Aa stonden vond Frieda het nodig om een bakkie koffie voor zichzelf te maken. Kleumend stonden we op haar te wachten tot ze het op had en we vervolgden in zeer rap tempo onze weg. We roken de stal! Of liever gezegd De lanteern. We arriveerden daar om 15.30, een voor ons doen uitzonderlijk vroeg tijdstip en een half uur voor dat het café open zou gaan. We waren juist aan het beraadslagen over wat nu toen we gerommel aan de deur hoorden en we er door de artiesteningang toch in mochten. De kroegbaas verzuchtte dat hij wat eerder gekomen was om de boel vast op te starten en dat daar nu niets van terecht kwam, maar kon het niet over zijn hart verkrijgen om 13 verkleumde wandelaars buiten te laten staan. De kok was er nog niet, dus van een tosti voor Martha was geen sprake, maar een paar bitterballen in het vet gooien was geen probleem.

Aan mijn kant van de tafel ging het gesprek over winterkamperen. Een regelmatig terugkerend item en één van de onderwerpen dat nog wel eens een scheidslijn tussen de BB’tjes veroorzaakt. Voor degenen die niet meegaan een gruwel, voor degenen die dat wel doen de hit van het jaar. Martha hoort duidelijk bij de eerste groep. Ze vertelde dat ze vroeger veel gekampeerd heeft, maar dat haar verzekeringsmaatschappij haar gedreigd had dat ze er uitgegooid zou worden als ze boven haar 70e nog in een tent zou slapen. "Oh ja?" vroeg Margot goedgelovig. Zij had daar nog nooit van gehoord. Met "Peter bedankt, en doe Mariette de groeten", verdwenen we in onze auto’s en reden voldaan huiswaarts. De beloofde sneeuw bleef overdag uit, maar begon pas ’s avonds te vallen zodat ik, terwijl ik dit schrijf, zit te genieten van een mooi winters uitzicht.

Marja