De Boetenbaintjes

Hunebed4

Het was een enigszins afwijkend Duitslandweekend, dit keer. Er waren namelijk wat hardnekkige blessures die de groep aardig uitdunde. De niet-kampeerders konden bovendien geen twee nachten terecht in het hotel, wat de groep nog verder minimaliseerde. 8 Personen slechts: een man en 7 vrouwen. Voordat we vertrokken kregen we dan ook een mailtje van Mariette die ons veel plezier en Jan sterkte wenste met zijn harem.

Omdat de BBtjes een club is van “zo, en niet al te anders”’, was ik benieuwd naar de taakverdeling in deze kleine samenstelling.

Voor Annemiek was het een grote verrassing dat ze zonder dat ze het wist belast werd met het doen van de boodschappen. Maar dat bood wel nieuw perspectief, waarover later meer! Verder was het als vanouds om half 9 verzamelen bij Jan. Margreet had eveneens als vanouds koffie en thee met koekjes voor onderweg. Eigenlijk niet nodig gezien de relatief korte afstand naar Ankum, maar ja, zo doen we dat nou eenmaal. Onder een grijze maar droge lucht liepen we rond elf uur Ankum uit en liepen al snel door de mooie Duitse akkervelden. We liepen regelmatig stukjes van de Hünenweg. Het duurde even voor bij mij het kwartje viel: ik dacht dat het om de Kippenweg ging, maar het bleek de Hunebedweg te betreffen. Een soort Hunebed highway dus, maar dan voor wandelaars.

De hoogtepunten van de eerste dag waren een bever, of was het nou een grote rat, oh nee, ook niet: het was een beverrat, en de heerlijke zelfgemaakte Kuchen op het terras van een golfbaan. Tegen vieren kwamen we na een relaxte wandeling zonder noemenswaardige hoogteverschillen op onze overnachtingsplek: een sympathiek klein, groen en rustig campinkje, Tho-Bo-Garten, waar we werden verwelkomd met een handdruk van de enigszins beschonken campingbeheerder. Hij wees ons onze plek, nam ter plekke het campinggeld in ontvangst  (Zwei Nächte, 8 Personen? Alles klar, ehh…dass macht 40 euro) en wij konden ons installeren. We dronken wat op het terras waarbij de beheerder er weer “gezellig” bij kwam zitten. Daarna nam het grote campingkoken een aanvang. Annemiek had haar kans schoon gezien en liet de traditionele nasimaaltijd voor wat het was. Na vooraf appoverleg met Laura en Willemien werd er een heerlijke en zeer gewaardeerde couscousmaaltijd geserveerd en het kan zo maar zijn dat hierbij een nieuwe traditie is geboren. Na de afwas door de T(h)ea’s maakten we een avondwandelingetje naar Merzen. Tegen elven lagen we in de tent om in alle vroegte te worden gewekt door een vogelconcert die de vogelliefhebbers onder ons in vervoering had gebracht.

De temperatuur was inmiddels flink opgelopen en mede door de regenbuitjes die nacht werd het op dag 2 fantastisch wandelweer. Met ons dagrugzakje en in de korte broek liepen we een mooi rondje van zo’n 23 km. Bij gebrek aan een terras betrokken we de koffie en de Kuchen bij de supermarkt in Alfhausen en nuttigden dat gezellig op de sfeervolle parkeerplaats. We hadden tijd zat en installeerden ons een uurtje na de koffie languit op een mooi weitje voor een kleine siësta. Ruim op tijd om nog even te douchen en wat te drinken kwamen we op de camping aan om vervolgens weer aan de wandel te gaan: op naar de Spargel! En in wat voor restaurant!!!

We kwamen terecht in een hotel/restaurant waar de eigenaar of wie dan ook zich volledig had uitgeleefd op zijn hobby: nostalgische treinen en alles wat daar mee samen hing. We geloofden onze ogen en oren niet toen we uitleg kregen over de gang van zaken. De bedoeling was dat bestellingen op een kaartje in een miniatuurtreintje die langs de tafels reed werden geplaatst. Vervolgens werden de drankjes en glazen ook weer in dat treintje langs de tafels gereden. Lege glazen werden eveneens op die manier afgevoerd. Volkomen maf!! We deden ons te goed aan de prima Spargel en de iets te zoute Beilagen. We stuurden Wim een bedank-appje. Hij had dit originele restaurant gereserveerd, toen nog niet wetende dat zijn knieblessure hem zodanig parten zou spelen dat hij niet van de partij kon zijn. Hij appte ad-rem terug dat hij het gevoel had dat hij de trein gemist had.

Toen we na dit hoogtepunt van dag 2 weer in onze tentjes lagen werden we als van ouds getrakteerd op een slappe lachbui uit de tent van de T(h)ea’s.

Dag 3 was weer met bepakking, de voorspelling beloofde ons een heel warme dag maar doordat we relatief veel door het bos liepen was het goed te doen. Afgezien van een vergeefs ommetje naar een gesloten Gasthaus kwamen we zonder kleerscheuren maar wel met hier en daar wat stijve beenspieren en een enkele blaar weer in Ankum aan. Nog een laatste terras onder de mooie Domkerk, de taartliefhebbers konden zich nog een keer te goed doen en Jan nam het er ook nog even van door een enorme ijscoupe te bestellen. We bedankten Jan uitbundig in de wetenschap dat hij er veel werk aan had gehad: onder andere omdat het steeds lastiger wordt om mooie campings te vinden. Toch weet hij er elk jaar op zijn eigen onverstoorbare manier een voor iedereen heerlijk weekend van te maken. Petje af, Jan!

En wat is kamperen toch fijn. De levensvragen worden in zo’n weekend teruggebracht tot overzichtelijke probleempjes in de trant van: “Ik kan mijn bril nergens vinden”. “Mijn portemonnee is kwijt”.  “De rits van mijn broek is nu definitief stuk”.  “Mijn mokje is zoek”.  “Is deze mok nou van jou of van mij?”  Verwarring over de eigenaar van tomaatjes. Gekeuvel over schoenen, blaren, vogels, de multifunctionele broodzak van Tea, sympathieke (een woord dat tot mijn grote verbazing bij velen de fantasie en de lachspieren prikkelde) initiatieven van supermarkten. Als vanouds liep Margreet het hele weekend onverstoorbaar voorop, haar antenne op vogels gericht. Zoals elk jaar haalden we veel, heel veel herinneringen op aan de vele voorafgaande Duitslandweekends. En gewoontegetrouw haalden we alles door elkaar.

De drie dagen vlogen om en met het gevoel dat ik veel langer was weggeweest kijk ik terug op een sympathiek weekend op een dito camping met dito mensen.

Marja