De Boetenbaintjes

Hunebed4

Zaterdag 12 december was het eindelijk zover: de wandeling naar en over en rond het Eppiesbergie stond op het programma. Veurloper Peter had het er al weken over: hoe bijzonder het was, en hoe hoog en hoe echt Drents. Want twee Drentse verkleinwoorden in één woord beloven gouden bergen. Het doet me denken aan een liedje van de Bende van Baflo Bill over een steengrillegie op het hunnebeddegie. De verwachtingen waren hoog gespannen.

Het begon met een nieuweling, genaamd Cor (achternaam helaas vergeten). Hij stelde zich aan iedereen voor en Janny stelde zichzelf voor als Janny van de Mail. Hoewel ze erbij zei dat dit niet haar achternaam was, vind ik het eigenlijk wel een passende bijnaam. Zoals Irma voor mij vanaf zaterdag Irma la Douche heet en ik haar voornaam nooit meer vergeet. Ik wist dat haar voornaam met een I begon. Zij maakte er een soort raadsel van: “Denk aan een waterval en Frankrijk”. En dan hebben we ook nog de Frietjes, die ook deze keer, zoals gebruikelijk het eerste deel van de wandeling helemaal achteraan liepen, omdat ze zoveel te bespreken hebben. Aan het eind lopen ze, gescheiden van elkaar, in de voorhoede.

Het was glad en nat en glibberig. Marja hoopte dat ik niet had gezien dat ze een klein glijpartijtje maakte en razendsnel weer op de been was. Maar helaas, het ontsnapte niet aan mijn aandacht. Omdat men bezig was de hei te reorganiseren, of af te graven, was het pad weg. Veurloper Peter wist waar hij heen wilde: naar dat bankje op dat bergie in de verte. Dus dwars door de hei heen konden we het bekende pollenhoppen weer oefenen. Het bergie was trouwens niet het Eppiesbergie. Die kwam pas veel later, aldus Peter. Het uitzicht over de hei was wel prachtig in het zonlicht.

In Exloo dronken we koffie in het ‘Wapen van Drenthe’. Volgens een oorkonde op de muur hadden ze daar de lekkerste appeltaart van 2007. Gelukkig was de appeltaart niet meer uit 2007 maar heel vers en erg lekker. Maar niet zo goed als die van Novo in de Heemtuin.

We liepen door op weg naar het Eppiesbergie en denkend aan Jo, die heerlijk aan het genieten was op Cuba. Maar even ver en onbereikbaar als Cuba leek het Eppiesbergie: het pad was weg, we liepen steeds vast, en het bergie was ook weg. (Het deed een beetje denken aan het Ronostrand, die deze veurloper ook maar niet kon vinden). We kwamen wel heel veel dril tegen, waarvan we de herkomst niet wisten: Een slak? Veel te groot en te veel. IJs? Nee, niet bevroren, maar glibberig. Een slang? Een uit elkaar gevallen kwal? We kwamen er niet uit. Wel zagen we dat er ook eitjes bij lagen, een soort kaviaar, maar niemand wilde het mee voor op een toastje met de kerst.

Na veel gedoe, en helemaal van de route af, kwamen we bij het Eppiesbergie: het lag een bergie te zijn midden in het akkerland. Echt een mooi bergie en erg de moeite van het zoeken waard. Maar het had de veurloper zo afgeleid dat hij een nieuw pad moest zoeken, hoewel we Odoorn, onze startplaats, zagen liggen. Nog veel te vroeg, we hadden nog zeker 6 kilometer voor de boeg. Maar ook op dit stuk veel reorganisatie van het landschap en veel zoeken naar een doorgaand pad, en regelmatig over particulier terrein: “Loopt hier vandaag een wandelroute langs?”. “Uh, nou volgens ons niet alleen vandaag”.

Maar mooi was het die dag. Ik geloof dat Cor meer van asfalt onder de voeten houdt. Misschien wordt hij alleen winterwandelaar bij ons. Want vanaf april trainen voor de Nijmeegse 4-daagse. Nou, dat kan ook prima. Tijdens de nazit probeerden we te bedenken welke zanger we hoorden op de radio. Het is ter plekke niet gelukt. Jan had een cd van de zanger thuis, maar ja als je niet weet op welke naam je moet zoeken, is het lastig te vinden. Er waren nog meer van die naammomenten: welke Frida (ook) bij Eelsk zong, en welke Marja of Marian (ook) bij de Heksenketel had gewerkt. Och ja, van die seniorenmomenten zal ik maar zeggen.

Mariette