De Boetenbaintjes

Hunebed4

We sloten het wandeljaar af met een wandeling op tweede kerstdag met Jan als Veurloper. Vorig jaar liepen we op derde kerstdag op Schier in een stralende winterzon met een fantastische zonsondergang. Een uitdaging voor Jan om dit te evenaren of te overtreffen. Bovendien waren alle Veurlopers mee als pottenkijkers: Jo met een bruine kop, een jetlag en een Cubaans metabolisme, Wim die met zijn lange benen en ferme pas telkens vooruit stoof om foto’s te maken en kampioen omtrekkende bewegingen is, en Peter, die met zijn pijnlijke pols na een val van zes meter zijn wandeling op Schier verdedigde. Nu had Jan de mazzel dat het voor het eerst sinds 18 jaar weer een witte kerst was. Hoewel wit? Hier en daar lagen kilometers groene weilanden. Bovendien had Jan de mooiste sneeuwwandeling ooit van de Punt naar Assen al op zijn naam staan. Daar kun je jaren op teren.

We liepen een rondje Anloo, via Eext, Annen en Schipborg. Onderweg zagen we regelmatig het bordje Anloo of de kerk van Anloo. Dit ontlokte Frieda (vandaag geen Frietje want zonder Iet) de vraag: “Waarom gaan we hier dan rechtsaf en niet linksaf richting kerk?” Waarop Peter ad rem antwoordde: ‘Het is hier eenrichtingsverkeer”, en Jan zei: “Het is een rondje Anloo”. Hier had Frieda niet van terug en ze liep gedwee mee. Onderweg was de sneeuw in alle vormen aanwezig: als echte knerpende dikke laag sneeuw zoals het hoort, als een fondantachtige brij, als een glad ijslaagje, of als geheel tot modder gesmolten sneeuw. Het vergde nogal wat van je evenwichtskunst en liet je spieren voelen waarvan je niet wist dat je ze had. Het weer was prima met zo nu en dan een mooi, laag zonnetje, op de vlaktes een koud windje, en in de bossen het zweet op de rug. Twee keer moesten we slootje springen. Voor Margreet, toch niet zo’n evenwichtskunstenaar, een fluitje van een cent met haar langlaufstokken. Janny gleed bijna terug in het water, maar Peter greep haar bij de capuchon en hees haar op het droge. Wim maakt lachend foto’s.

Het bijzondere van Jan is dat hij een route langs allerlei bekende plekken zo weet te maken dat hij compleet nieuw lijkt, en dat sommige stukken ook echt nieuw zijn. Hij lijkt onderweg nog allerlei mogelijkheden te zien die vooraf kennelijk niet voorzien waren. “Zullen we hier maar ingaan? Hat is een mooi paadje”. Soms is hij ondanks de GPS toch de kluts kwijt, maar het deert hem niet. In Eext is de eerste kroeg gesloten, maar de tweede gelukkig open. Met lekkere koffie en verse appelcarre’s zo uit de oven en een ietwat vermoeide uitbaatser, die het niet ziet zitten dat een Afghaanse windhond gaat wandelen, omdat hij dan vieze poten krijgt. Of zoals ze het zelf zei: ‘Hij mag wel wandelen, maar geen vieze poten krijgen”. Hoe ze het voor elkaar gekregen hebben weet ik niet, maar de hond kwam met schone poten terug! Waarschijnlijk alleen een rondje over de prutvrije straten in het dorp gelopen.

Jo was toch een beetje uit zijn doen. Hij was ook nog maar een dag thuis na zijn reis naar Cuba. Hij moest vaak prikken, bleef soms een beetje achter en verloor telkens zijn handschoenen of muts, of liet ze liggen. Dit bracht ons op het briljante idee om voor zin verjaardag zo’n lange veelkleurig sliert te punniken of klosjebreien. Dan kunnen ze handschoenen via de mouwen van zijn jas daaraan vast gemaakt en raakt hij ze nooit meer kwijt. Ook sloeg hij Frieda een blauw oog, wat hij goed maakte door er een kusje op te geven.

We eindigden zoals gebruikelijk in het café. Speciaal voor ons ging ie open. De open haard brandde, we zonken weg in zachte kussens van de bank en wilden eigenlijk voor altijd blijven zitten. Maar ja, het kerstmaal riep: voor de een was het kaasfondue, voor de ander kalkoen, en voor velen een prak of kliekje. Maar ook daar kun je een gezellig lopend buffet van maken.  

Mariette