De Boetenbaintjes

UlrumOnderweg in de auto vanuit de stad richting Ulrum was het al genieten geblazen: die weidsheid, die prachtige luchten!

Dat smaakte naar meer, en meer kregen we. Op het parkeerplaatsje bij de bushalte stonden 6 BBtjes die met eigen vervoer waren gekomen, te wachten op de mensen die met de bus zouden komen, hoewel voorloper Rudolf meldde dat hij niemand op het station had gezien: voor de zekerheid was hij er even langs gereden om te kijken. Dus eigenlijk konden we wel weg, maar zoals vaak stonden we nog even te kletsen, moest er nog gesmeerd worden, en moesten er andere schoenen worden aangetrokken. En dat was maar goed ook, want ineens kwamen er nog 5 BBtjes aangelopen, van de verkeerde kant en luid lachend omdat ze in een bus zaten met een buschauffeur die deze route voor het eerst reed en doodleuk de halte voorbij reed ondanks het “We moeten er hier uit”  geschreeuw. De keer dat de start in een keer goed gaat begint langzamerhand tot de zeldzaamheden te behoren…

Maar goed, met z’n elven konden we nu op pad. We liepen Ulrum uit en liepen langs allerlei mooie watertjes met veel pleziervaart. Dit, en het heerlijke weer, met een verkoelende windje bracht ons in een prettige vakantiestemming. We wandelden over kleine verharde weggetjes, maar toch ook verrassend veel over prachtige graspaden, bovendien werden we getrakteerd op hekjes waar we overheen moesten klauteren. Of het allemaal geoorloofd was vraag ik me af, maar de boze boer met hooivork bleef achterwege.

De overheersende stemming van deze dag was: gezelligheid en op ons dooie gemak!

Om de haverklap hadden we een kleine pauze om van de weidsheid en al het moois te genieten. Erg hard schoot het dan ook niet op met de kilometers.

Op naar het Theehuis in Eenrum, waar al op ons gerekend werd. We hoefden niet te bestellen want een vriendelijke juffrouw kwam eerst met een grote pot koffie langs en vervolgens met een fraai gebloemde pot thee. Vervolgens kwam ze nog eens langs de tafeltjes met een groot blad met verschillende taarten. Letterlijk een lopend buffet dus, en dat werkte voortreffelijk want vrijwel iedereen bezweek voor de verleiding.

De vakantiestemming zat er inmiddels goed in en werd nog verhoogd door de aanblik van het fotogenieke Zoutkamp, altijd een feestje wat mij betreft. Rudolf vertelde van de boot, oorspronkelijk de Zoutkamper vissersboot ZK 28, waarvan zijn vader de opbouw had ontworpen en waarop hij een groot deel van zijn jeugd had doorgebracht. De boot ligt nu in het haventje en zonder dat ik dit verhaal kende had ik er al een paar foto’s van gemaakt.

We liepen vanuit Zoutkamp een mooie lus langs vogelrijk gebied en na verloop van tijd waren we er weer terug. Het visje dat ons in het programma werd beloofd lieten we voor wat het was, maar voor een ijsje (Deens of Italiaans, dat was wat raadselachtig) gingen er weer een paar door de knieën. Vanaf hier liepen we weer terug naar Ulrum voor,  dachten we,  de nazit, maar helaas was daar geen sprake van, want ondanks de belofte dat hij voor ons open zou gaan was de uitbater in geen velden of wegen te bekennen.

Er zat dus weinig anders op dan naar huis te gaan, maar unaniem waren we geheel voldaan en rozig van deze dag vol zon en water en Rudolf werd door iedereen nadrukkelijk bedankt!

Marja