De Boetenbaintjes

Hunebed4

De laatste zaterdag in februari woei er, zoals eigenlijk de hele winter al, een gure, harde, koude Noordooster die een gevoelstemperatuur van min 10 veroorzaakte. Jan D. had deze dag uitgekozen om in het vlakke en kale Groninger landschap te gaan wandelen: geen enkele beschutting tegen de wind, laat staan een boom om achter te plassen. De heenweg was er pal tegenin zodat de wangen rood en stijf werden en de oren koud. De terugweg hadden we de wind in de rug en dat was aangenamer.

We liepen onder de rook van Groningen van Westerbroek via Harkstede, Schaaphok, Woudbloem, Kolham en Scharmer weer terug naar Westerbroek en liepen langs het Slochterdiep, de Woudbloemer Ae, de Woltersumer Ae en de Scharmer Ae. Allemaal tamelijk onbekend gebied, behalve Woudbloem natuurlijk. Bekend van de jubileum feestdag en de spelende jonge vosjes. Die waren nu in geen velden of wegen te bekennen en gelijk hebben ze. Wel zagen we ganzen en reeën en buizerds.

We vertrokken bij hotel Van der Valk in Westerbroek, de eerste Van der Valk in Groningen. Via een verrassend natuurgebiedje kwamen we Harkstede aan de dure kant binnen: grote huizen aan het water met minimaal 2 auto’s. Naarmate we het centrum naderden werden de huizen kleiner en saaier. Toppunt van troosteloosheid was een groot gebouw van onrustige gele en bruine baksteen met ervoor een groot leeg grasveld zonder enige boom of bank of wat de ook. Misschien geschikt voor de dorpsbarbecue, maar verder van een grote lelijkheid. Maar gelukkig was er de koffietent van Novo naast de hertenkamp. Banken, stoelen, kussens en kopjes in vrolijke kleuren lachten ons tegemoet en de koffie stond klaar. De barmevrouw was buitengewoon klantvriendelijk, en maakte de appeltaart warm of een beetje warm en deed er wel of geen slagroom op, zette steeds nieuwe potten koffie en kletste met Jan en Winie, want ze bleken oud-collega’s te zijn. We hoefden maar 1 kopje koffie af te rekenen (en de taart natuurlijk). Ik wreef de ijskoude handen van een jochie warm en toen gingen we zelf de kou weer in.

En koud was het langs een rechte, kilometerslange asfaltweg met de wind pal tegen. We hadden de hele dag een voor- en een achterhoede. In de achterhoede werd druk gepraat over voorbije vakanties in Thailand, Nieuw Zeeland en Australië en komende vakanties naar Santiago de Compostella. In de voorhoede was het rustiger en zat het tempo er goed in om warm te blijven. Eindelijk kwam de beloofde windinderug  toen we de polder ingingen. Marja moest plassen en dacht achter de heg bij een huis een goede plek te hebben, maar werd verwelkomd door een luid blaffende hond. Jo sprak de hond toe en Marja kon rustig plassen. Sietske had een andere plasplek gevonden.

We schampten Woudbloem en haalden herinneringen op aan het jubileumfeest 4 jaar geleden. Volgend jaar bestaan we 20 jaar en is het weer feest. Wij wilden allemaal wel naar Cuba, zoals de man van Frieda die daar een reünie heeft mijn zijn sportvrienden. Lekker warm en mooi met heerlijke en goedkope mojito’s (bij Van der Valk betaal je 7,75 voor een mojito). Bij de uitkijktoren moest Jan omhoog en poolshoogte nemen van de waterstand. Toen hij beneden kwam vroeg hij of we voor avontuur of een omweg kozen. Avontuur natuurlijk. Jan was 4 of 5 jaar geleden nog dwars door gestoken en dat moest volgens hem nog wel kunnen, zoals hij van boven gezien had. Gelukkig voor hem was het overal hard bevroren en konden we pollenhoppend het pad volgen. Als het dooi geweest was waren we tot de kuiten in de blub gezakt.

Volgens Jo hadden we 27,7 kilometer gelopen, volgens Jan 26 en een beetje. Winie zei dat ze geen meter verder had gekund, maar dat zegt ze dat bijna altijd, ook als het 23 is: kwestie van doorlopen. De stoelen bij Van der Valk zaten lekker, bij de koffie en thee kreeg je heel veel lekkers, bij de wijn en het bier helaas geen nootjes, maar we zaten er goed en waren weer trots op onszelf. En ondanks de lengte van de tocht was het nog maar half vijf toen we huiswaarts gingen. Dat heb je met kou: hard doorlopen en weinig pauzes.

Ik hoop dat dit de laatste koude tocht was, het mag nu wel voorjaar worden.

Mariette