De Boetenbaintjes

Hunebed4

De dag begon met een strálende zon en de tenten waren al zo goed als droog toen we er uit kropen. De mannen zorgden voor thee en koffie bij het ontbijt dat we gezellig in een kringetje aten. Toen kort daarna ons boeltje gepakt was en het terrein gecontroleerd op achtergebleven spulletjes, vroegen we de buurtjes in een vw-busje om onze groepsfoto te maken. We waren immers nog fit en fris, een uitgelezen moment om ons als groep vast te laten leggen voor het thuisfront.

En dan weer op pad; de zakken op onze rug begonnen al deel uit te maken van onszelf, we voelden ze bijna niet meer. Goedgemutst liepen we de paden op, de lanen in en al binnen het uur ontdekten we een fantastische koffiestop (eine kleine Konditorei), waar we ook fruit, zuivel en gewoon brood konden kopen. De taartpunten zagen er uit en smaakten zoals we dat gewend zijn dus met ronde buiken gingen we weer op pad, we konden er even tegen.

Na diverse korte stops, ook om even bij te komen in de hitte, bereikten we het dorp Bad Rothenfelde, een oud kuuroord. Aan de rand van het dorp werden we al geconfronteerd met instellingen op het gebied van verpleging en verzorging. Eén van de fraai aangelegde tuinen, werd door ons even gebruikt voor onze eigen verzorging en rust, even bijkomen, blaren verzorgen, vocht aanvullen en dan weer verder, we zouden weldra het centrum naderen. En daar stond het dan, het bijzondere Gradierwerk (houten geraamte gevuld met sleedoorntakken waarin met uit mineraalwater zouten laat verdampen; deze dampen hebben een gunstig effect op aandoeningen van de luchtwegen en allergieën). Dit Gradierwerk zag er uit als een reusachtige grijsachtige muur (het water dat van boven langs de takken liep, liet zoutlaagjes achter) en had een lengte van ca. 400 meter. Na een pitstop op een naastgelegen terras, gingen we even rondlopen in of rondom het Gradierwerk. Binnen was het vrij donker, aan het eind van de lange gang, was een stoomkamer waar je rustig kon zitten om zoute dampen op te snuiven. In de damp kon je elkaar bijna niet zien, een aparte ervaring. Omdat we ons realiseerden dat de damp misschien niet zo gezond was voor onze schoenen, zijn we maar kort binnen gebleven.

Uiteindelijk, met een paar ommetjes, bereikten we de camping aan de rand van Bad Rothenfelde.  Wij zagen met argusogen dat vlakbij ons weitje een jongerenkamp werd ingericht, maar daar hebben we (achteraf gezien) geen last van gehad. Eerst de tent opgezet, schoenen uit gedaan, douchen, even bijkomen en dan óp naar de Spargel (daar hadden we ons al weken op verheugd en eigenlijk is dat, samen met de Kuchen, één van de belangrijkste redenen om met Hemelvaart naar Duitsland te gaan).  Janny en Wim hadden weer een prima restaurant uitgekozen met een uitgebreide menukaart.  Rozig van de buitenlucht en uiterst relaxed werden we opgeschrikt door het commando van Frau Maria (zojuist begonnen als serveerster na haar ontslag als Obersturmbahnführer).  Stram in de houding noemden we aarzelend ons gewenste menu. Maria schreeuwde nog enkele keuzemogelijkheden maar we durfden bijna niets meer te zeggen. Befehl ist Befehl. Een ervaring op zich en niet te vergelijken met de zorgzame bediening van onze Jannen, de vorige dag.

Tegen de schemering liepen we weer de camping op en omdat we nog lang niet uitgewandeld waren, hebben we nog even uitgebreid de verschillende veldjes (én hun bezoekers) bekeken. We keken onze ogen uit naar de versieringen, protserige lantaarntjes, enz.  en wisten vooral zeker dat wij later nooit … Moe maar uiterst voldaan gingen we tenslotte slapen;  het zou de volgende dag een lange (én nog warmere) dag worden.

Laura