De Boetenbaintjes

Hunebed4

Zegt Li:

een pond veren
vliegt niet als
er geen vogel in zit

Bert Schierbeek

Onder het pseudoniem Battus schreef Hugo Brandt Corstius 'Opperlandse taal-& letterkunde'. Hierin staan de meest wonderbaarlijke, bizarre en bijzondere woorden en zinnen, zoals lipogrammen, palingrammen en Xenogrammen. Of zinnen met uitsluitend de klinker e, of juist zonder de e: hij verloochent zijn wiskundeachtergrond niet. Zijn zoon Jelle schrijft in zijn prachtige boekje 'As in tas' dat hij zijn zakgeld van vijf gulden verdiende door woorden te tellen waarvan de derde en de vijfde letter een n waren.

Hoe veel eenvoudiger is de Onlandse taal. De grutto zegt grutto, de kievit roept kievit, de wulp wulpt en de tureluur tureluurt. De krakeend zegt krak, krak en alle andere eenden kwaken mee. Voeg daaraan toe het donkere scheepstoetergeluid van de roerdomp, het hoge 'piet-piet-piet' van de scholekster en het gejubel van de veldleeuwerik en je hebt een gratis concert, zoals de affiche van Natuurmonumenten belooft. Twintig BB-tjes kunnen daar met hun gekakel niet bovenuit komen.

Margreet D. had een fantastische wandeling in de Onlanden op haar GPS gezet en natuurlijk ook voorgelopen. Haar hele voorbereiding was trouwens prima. Bij vertrek kregen we een routebeschrijving van twee kantjes. Op zo'n korte reisafstand ben je al bij het eindpunt voor je de routebeschrijving hebt kunnen lezen.

We begonnen in het gedeelte tussen Peize en Eelde/Paterswolde, liepen over soppige grasdijken en langs water met mooie rietkragen en hoorden onze oren uit. Zoals we verwend zijn, was het ook nog eens prachtig weer. Het was er zo mooi dat je bijna in de moderne en saaie en onaantrekkelijke wijk Terborgh zou willen wonen, tenminste op de eerste rang om iedere dag te kunnen genieten van het uitzicht.

In de Onlanderij dronken we koffie en vervolgden onze wandeling aan de andere kant van de Peizerweg, in de Onlanden tussen Peize en Roden. Ook daar waren de grasdijken nat en robbelig. Zwaar lopen dus, zeker voor Jo en Jacqueline die vanwege blessureleed lange tijd niet mee geweest waren. Maar ze volbrachten de tocht, op het tandvlees en pure wilskracht.

Rooie Thea had de dag van haar leven, want ze spotte als eerste de blauwborst! Hij zat op de vijfde rietstengel van achteren en dan de derde naar links en bleef minutenlang rustig zitten zingen. Thea kreeg high fives en maakte met mij een vreugdedansje. Ik riep nog 'Vliegt de blauwborst, storm op zee', maar dat blijkt een vergissing. Het moet zijn 'Vliegt de blauwvoet, storm op zee', en dat heeft niks met een vogel te maken, maar wel van alles met Vlaamse geschiedenis. Hoewel er ook een blauwvoetgent bestaat, wat weer wel een grote zeevogel is. Marieke denkt trouwens dat de blauwborst een verkleumd roodborstje is en Peter denkt dat het een roodborstje in winterkleed is. Maar het is en was en blijft de blauwborst, die we dankzij Thea gezien hebben. 

De nazit was op het terras van de Peizer Hopbel. Frieda toonde trots haar nieuwe merinowollen sokken. Prachtig grijs met lichtpaarse randjes. Haast jammer om er schoenen over te doen. Ze had ze gekocht omdat ze in een overmoedige bui 10 kilometer met blote voeten in haar nieuwe schoenen was gaan lopen. Dat was niet goed afgelopen: voeten vol blaren. Zo gaat dat met ijdelheid.

Ze kreeg als laatste haar drankje: verse jus. Ze betwijfelde of hij wel vers was en ging binnen kijken en daar stond een kan met Maar is het vers, als het in een kan zit? Een als het wel geperst was van sinaasappels wanneer was het dan geperst en hoe vers is vers dan? We kwamen er niet uit. Maar het kostte 3,50 en dus moest het wel vers geweest zijn. Op het etiket van een Peizer hopbelbiertje staat de tekst "Dat bent gien grappen. Dat bent streken". En dat is gewoon Drents: je hoort het Daniel Lohues zo zingen.

Mariette