De Boetenbaintjes

Hunebed4

ReestdalHet zou een tropische dag worden. Toch gingen we niet naar het koele, noordelijke Delfzijl, omdat Gerard geblesseerd was (beterschap Gerard!). Jan D. verving hem en had een wandeling in het Reestdal in gedachten. Op naar het warme zuiden dus, naar Balkbrug. Zeven BB-tjes hadden wel zin in een hete wandeling en om half 11 begonnen we goed ingesmeerd en met hoedjes en petjes op aan de tocht.

Het Reestdal behoort tot één van mijn favoriete gebieden en we waren er heel lang niet geweest. Ook deze keer werd ik niet teleurgesteld. Binnen vijf minuten liepen we in een koel bos, waar het stikte van de nog net bloeiende salomonszegel. Na het bos volgde een weiland vol ooievaars. Het zouden niet de laatste zijn, die we zagen.

Een weiland verder stond een grote kudde mooie, schone, witte Blonde d'Aquitaines. Alle weilanden waren goudgeel en bruinrood gekleurd door boterbloem en zuring. Het fluitekruid was bijna uitgebloeid, maar de slootkant zag roze van de echte koekoeksbloem. De koekoek zelf liet de hele dag van zich horen.

Er stond een lekker windje en de zon scheen warm op onze wangen. Het was gortdroog en het mulle zand maakte het lopen zwaar en de kuiten zwart. Omdat er geen fotograaf in ons midden was, moet de lezer zijn eigen fantasie maar gebruiken en zelf beelden bedenken bij mijn beschrijving. Na 13 kilometer bereikten we Oud Avereest met een prachtig oud kerkhof, waar in het oudste deel de graven bijna onzichtbaar waren door de margrieten.

We dronken koffie met krentenwegge en aten een ijsje. Na een rondje om de kerk kwamen we echt in het Reestdal met zijn mooie heidevelden, vennen en Schotse Hooglanders die sloom onder de boom lagen of tot hun buik in het water stonden. Een ooievaarsnest leek minstens 1 jong te hebben, en een andere ooievaar paradeerde op zijn hoge poten statig voor ons uit. De wind ging liggen en het werd echt heet. Sander, Margot en ik zongen luidkeels 'Brandend zand' om de moed erin te houden.

Na 24,5 kilometers bereikten we om half 5 moe, bezweet, plakkerig en dorstig het centrum van Balkbrug. In de kroeg, die Jan op het oog had, was het stampvol bierdrinkende jongelui. Onze stamkroeg Taekens bleek failliet, dus propten we ons in het beetje schaduw op het terras van de Chinees. Het bier siste naar binnen. Behalve Sander en Angela waren we allemaal drie tinten bruiner geworden. We bedankten Jan voor deze mooie dag waarop alles uitbundig en overdadig aanwezig was: zon, ooievaars, koekoeken, koekoeksbloemen en brandend zand.

Mariette