De Boetenbaintjes

Hunebed4

Warm en zonnig en bijna Pasen. Jasje mee of jasje in de auto? Wel of geen onweer met hagelbuien? Geen regenkleding of juist wel? Pijpen afritsen of nog even wachten? Het zijn van die kleine onzekerheden en besluitjes die het leven van een Boetenbaintje op de zaterdag voor Pasen behoorlijk bezighouden. Peter in korte broek en ik iets voorzichtiger met lange broek -want de benen zijn nog erg wit- stappen in Beilen met nog 3 Boetenbaintjes in de trein naar Hoogeveen.

Onderweg is het al een feest: strakblauwe lucht, mooi aangehemmelde akkers, patrijzen en fazanten, de koeien weer in de wei, en natuurlijk een erg uit de kluiten gewassen paashaas. Vredige natuur die in schril contrast staat met het wrede eind van de tocht. We vragen ons af of Jan, onze Veurloper, onderweg eieren verstopt heeft. Wij denken van niet, maar Thea en Marja hebben wel een eitje mee, dus wellicht kunnen ze daar een grap mee uithalen: ‘Hé Jan, we hebben een ei gevonden, wat attent dat je daaraan gedacht hebt’. (Helaas is de grap niet uitgevoerd, maar voorpret is ook altijd leuk). In Hoogeveen stappen nog 16 Boetenbaintjes uit de trein, een paar in korte broek, de rest gaat ijverig aan de slag met pijpen afritsen of oprollen: inderdaad kunnen alle benen wel wat kleur gebruiken, maar 1 keer moet de eerste keer zijn. Later zal blijken dat het ook niet ongevaarlijk is, blote benen. Jan weet niet zeker of halverwege op camping koffie is, maar we hopen er het beste van.

Het is prachtig onderweg: lammetjes die dartelen in de wei, beuken die volop in knop zitten, of al een klein groen puntje hebben, en een aantal dat al in het blad staat met van dat groen dat je alleen in het voorjaar ziet, de zon die schijnt uitbundig, en een route van Hoogeveen naar Beilen die voor 80% nieuw is. Knap van Jan, want we kennen Drenthe na 15 jaar toch op ons duimpje. Een regenbuitje jaagt een paar mensen de stuipen op het lijf: geen jasje, geen regenkleding, hoe moet dat nu? Een paar slimmeriken hebben een paraplu. En na 10 minuten is het droog en verder is er geen druppel meer gevallen. Het is wel broeierig en zweterig en we krijgen zin in koffie. ‘Nog een eindje’, zegt Jan, ‘dan is er misschien koffie’. We hebben liever zekere koffie, maar ook misschien koffie maakt dat we de pas erin zetten. Helaas, het eindje blijkt een eind te zijn en de camping is weliswaar open, maar schenkt (nog) geen koffie. Wel zijn er wc’s en koud water en bankjes in de zon. Dan maar een lunch zonder koffie.

De route blijft mooi en nieuw en voert langs vele vennen, veulentjes en (weer) lammetjes. Het blijft ook warm en zweterig en ver. Als we de DOMO in het vizier krijgen willen we er in een rechte lijn op af. Maar dat is niet de bedoeling. We moeten nog een ommetje maken door een mooi natuurgebiedje, wat bijna verkeerd afloopt. Om het natuurgebied te bereiken moeten we over het erf van een boer en een pad door het land. Op het erf liggen draden gespannen en er staat zo’n bordje met ‘Hier waak ik’. Maar verder geen verboden of uitnodigingen om het erf te betreden. De voorliggers bereiken veilig het gebied buiten de draden. Dan opeens een vreselijke kreet die ongeveer klinkt als: ‘Ga af, rot op, weg jij’. Het blijkt Anthonie te zijn die de erfhond in haar dijbeen heeft. Het is een echte doorbijter. Eerst hing hij aan de broek van Hennie en Anthonie dacht:  ‘Ik moet die hond wegjagen en Hennie redden’. Toen werd de heldin zelf slachtoffer. De boer kwam op het gekrijs af, maar was niet echt vol begrip. Hadden we maar niet zomaar het erf moeten betreden. Hij zorgde wel dat de achterste groep zonder gevaar verder kon gaan. Het been van Anthonie werd met jodium behandeld en met een pleister beplakt en we liepen het laatste half uurtje naar het eindpunt.

 

Zin in bier natuurlijk. Het kostte moeite om in Beilen  een terras te vinden, waar door een deel het voor gezien hield en de trein naar Groningen nam. De rest vond een terras en bier, en kocht een mooie kaart voor onze heldin. Zij werd dankbaar gekust door de geredde, belde de huisartsenpost voor advies over een tetanusprik en leek niet onder de indruk van de beet. Wij waren opgelucht dat het zo goed afgelopen was, namen nog een biertje en de trein naar Groningen om te gaan genieten van een zonnige Pasen.

Mariette