De Boetenbaintjes

Hunebed4

Dat zijn Boetenbaintjes in het Italiaans. Alessandra is een Italiaanse, die ons uitgekozen had om de naam en zich niet liet weerhouden door de regen om kennis met ons te maken.

Veel Boetenbaintjes hadden kennelijk watervrees, want we waren maar met 7 en we gingen nog wel naar de Drentse Aa, de mooiste wandelplek en dichtbij. De weersverwachting was niet zo geweldig met veel regen. Maar een beetje BB-tje laat zich daardoor toch niet tegenhouden? Nou ja, je kan natuurlijk andere bezigheden hebben, maar verdacht was het wel.

Maar 6 mensen passen niet in 1 auto, zelfs niet in die van Peter. Margreet D. en Martha stonden op het punt met de auto van Margreet te gaan, toen Gerard aan kwam rijden. Hij werd met open armen ontvangen. "Zeker te weinig auto’s", zei hij. Martha wist wel dat hij zou komen, want het was helemaal zijn weer, hoewel het dan eigenlijk nog wat harder zou moeten regenen en waaien.

Peter had zijn dag niet helemaal. Eerst deed hij zijn cape aan, maar was de rugzak vergeten. Toen had hij de rugzak wel om, maar deed de cape achterstevoren aan. Dat in de war zijn bleef de hele dag. Hij was in gedachten en op de kaart al een bochtje te ver en ging linksaf in plaats van rechtsaf. Gerard riep nog dat er geen pad was of dat de boer het pad ingepikt had voor aardappels en mais, maar we moesten toch echt naar die weg daar in de verte. Dus ploeterden we tussen twee rijen mais door en waren blij dat we geen korte broek aan hadden. Vervolgens liepen we over een natte smalle aardappelrug (niet goed voor de aardappels, sorry, boer!), sprongen over slootjes en liepen door de blubber. Onze Italiaanse vond het geweldig, ze had nog nooit een aardappelveld gezien.

Aan het eind bleken we toch op de verkeerde weg te zitten en moesten we na anderhalve kilometer asfalt weer terug. Nee, niet weer door de aardappels en de mais, maar over een pad dat er parallel aan liep. We kwamen door het hekje, waar we een uur geleden ook door gekomen waren, maar Martha dacht dat Peter een grap maakte. Ja, we kijken goed om ons heen! De bramen bleven trouwens niet onopgemerkt en daar werd driftig van geplukt. Gelukkig was er geen boswachter in de buurt om een boete uit te delen.

De regen viel mee, hoewel de print met de route van Google-maps alle kleuren van de regenboog vertoonde en erg papperig en onleesbaar werd. Janny stopte hem in haar jaszak. Ik ben benieuwd wat er van over gebleven is. Ook de gewone kaart is aan vervanging toe. Om half twee was het droog en hadden we zelfs een waterig zonnetje en was het windstil. Heel anders dan op het Markermeer dus, waar de ene na de andere catamaran omsloeg door de wind. We deden de regenkleren uit en kwamen erachter dat de T-shirts op de meest vreemde plaatsen nat geworden waren, waardoor bepaalde vrouwelijke lichaamsdelen nog meer accent kregen.

We liepen langs de Gasterse duinen. Alessandra had zich dat anders voorgesteld. En eigenlijk heeft ze gelijk, want het is vooral een heideveld met heuvels. Maar de Zeegse duinen met in de diepte het Siepelveen maakten alles weer goed: echte heuvels van puur zand. We filosofeerden nog wat over het ontstaan, maar kwamen niet verder dan ijstijden en erosie en wind. We zaten er niet ver naast.

In het toendra-klimaat aan het einde van het Pleistoceen werden dekzanden en rivierduinen afgezet. Bij de klimaatverbetering van het Holoceen raakten deze zandafzettingen geleidelijk aan begroeid met loofbossen. In het Neolithicum vestigde de mens zich op de zandgronden. Het aanwezige bos werd gerooid om landbouw te kunnen bedrijven. De akkers werden echter spoedig weer verlaten omdat de bodem snel uitgeput raakte. Op de verlaten akkers kwam het bos niet meer terug, maar ontwikkelde zich heide. De stuifzanden zijn merendeels na het begin van de Middeleeuwen uit de dekzanden  ontstaan. Er worden hiervoor twee cultuurhistorische verklaringen gegeven: afstuiven van heidebodems die door herhaald afplaggen hun organische bovengrond hadden verloren, of uitstuiven van zandpaden en zandwegen die intensief werden betreden.

We eindigden in café de Drentse Aa, waar het terras met een grote partytent overdekt was; niet mooi, wel lekker en praktisch. Want er was een besloten partij, en binnen zitten kon dus niet.

Ik verkocht van alles uit mijn groentewinkel, maar hield natuurlijk ook bietjes en pepers en paprika’s over, omdat ik op meer klanten gerekend had. Alessandra gebruikte de plastic tasjes om haar schoenen in te doen, anders werd de auto van Gerard vies. Keurig toch? Maar het was tevens een waarschuwing voor het geval zij met haar eigen auto kwam.

Op de terugweg plensde het, maar dat deerde ons niet.

Mariette