De Boetenbaintjes

Hunebed4

Het was een dierrijk en mensarm (tenminste als het gaat om het aantal BB-tjes) en prachtig wandelweekend. Met zijn zessen begonnen we het weekend in het huis van Janet en Arjen aan het Hazenleger in Wolfheze. Janet is de initiatiefneemster van het winterkamperen en Arjen is een natuurliefhebber en – kenner pur sang.

Hun huis ligt midden in het bos en hun tuin is een paradijs voor vogels, die driftig bijgevoerd worden, waaronder de groenling, de grote bonte specht, de boomklever en meesjes en vinkies. De roep van de groene specht is al gehoord, dus die verschijnt binnenkort ook aan de voedertafel. Maar het pronkstuk is de vos, eerst overdag gesignaleerd toen hij nog jong was, nu komt hij iedere nacht rond een uur of 3 om te kijken wat voor lekkers Arjen nu weer neergelegd heeft. Hij wordt permanent in de gaten gehouden door een camera, zodat je hem in de huiskamer kan volgen.

Na de koffie op pad: Janet ging mee, Arjen bleef thuis. Al heel snel was er weer koffie in het Planken Wambuis in heerlijke loungestoelen en met appeltaart voor de liefhebbers. Planken wambuis betekent letterlijk 'een houten kledingstuk waarin je niet bewegen kunt', maar is een eufemisme voor doodskist. We liepen over uitgestrekte heidevelden, die nog net een mooie paarse gloed hadden, maar over hun hoogtepunt heen waren, en even uitgestrekte zandverstuivingen over mul zand en heuveltje op, heuveltje af, en voelden het goed in de benen. Onderweg zagen we zwarte koeien met een grijs tintje, paarden (met en zonder berijder), glanzende mestkevers, een eekhoorn, een grote uil (Janny zag alleen de puntjes van de vleugels), een ree (Janny zag alleen de puntjes van de oren), een hazelworm (Janny zag hem helemaal) en buizerds, maar geen edelherten, die bleven lekker achter de hekken van de Hoge Veluwe. Ook de door Arjen en Janet beloofde boommarter bleef voor ons verscholen.

Bij ieder gebied stond een bordje dat de dieren onvoorspelbaar konden reageren en dat we 25 meter afstand moesten houden. Zonder Jo lukte dat ook prima, maar we vroegen ons wel af of ook die dieren wisten dat ze die afstand moesten bewaren. Zonder Jo wisten we natuurlijk ook niet wat het bewogen gemiddelde was; de GPS van Jan was helemaal van slag en gaf aan dat we 480 kilometer per uur liepen! Naast al die beesten kwamen we veel mensen op paarden en fietsen tegen en ook ‘kunst’, tenminste wij denken dat het kunst was. Het waren hele gladde ballen, die leken op opgerolde hooibalen in landbouwplastic, ze lagen in allerlei vormen en maten op verschillende plekken. Volgens Erna waren het versteende paaseieren. Dat heb je met kunst, er zijn veel interpretaties mogelijk.

We waren tegen vijven op de camping Beek en Hei, waar 2 trekkershutten beschikbaar waren voor 4 personen en Peter en ondergetekende hun tentje opzetten. Onze buren kwamen hun bagage uitladen met een Eend en een Masarati cabrio. De receptie verkocht ijskoud bier, er was wijn en pindas en tucjes en feest dus. Na de douche en de borrel gingen we naar grand café Kruller om te dineren en Arjen schoof daar ook aan. Ook dit was feest, een inderdaad grand café met heel veel eters. De menukaart vertoonde allerlei leuke namen als Biet niet, Lets go wild en Entre-Koe en toch was het lekker. Ook hadden ze een doos met leesbrillen op verschillende sterkte, waar Arjen dankbaar gebruik van maakte en kregen we na afloop een telraam om per persoon de kosten uit te kunnen rekenen. Wat een service. Janet stopte Arjen een foxxybag toe om de kippenbotjes van hem en Jan in te stoppen voor het vosje. De keuken zal raar opgekeken hebben dat de kip met bot en al verorberd was!

Met een volle maag liepen we naar de camping, waar Peter, Jan en ondergetekende nog een drankje op het bankje nuttigden en genoten van de sterrenhemel. Tegen half 11 gingen we naar bed, dachten aan het vosje dat de botjes oppeuzelde en vielen in slaap met de gedachte dat er morgen nog zo’n mooie dag zou komen.


Mariette