Boetenproat
Zweet en andere nattigheid
We hadden vorig jaar met de kerstwandeling ook als eens code oranje, vanwege gladheid en ijzel. Dat liep prima af. Dus ook deze code oranje voor onweer en hagel en zware windstoten en wateroverlast weerhield ons er niet van af te reizen naar Appelscha.
Blauwe Stad
Drie keer is scheepsrecht. De tochten van Gerard kennen een opgaande lijn: het weer wordt beter (de eerste keer was dramatisch met de hele dag regen), de afstand wordt langer, het asfalt wordt minder en het aantal deelnemers stijgt. Hoewel dat laatste nog problemen oplevert, want hij was er bijna 4 kwijt en dat is meer dan de toegestane 10%.
Curringherveld in Kornhorn
Tot nu toe gingen we ieder jaar picknicken in Drenthe, op de hei, bij een ven of op het Orvelter veld. De plek heeft ook altijd een slechtweervoorziening, want je weet het maar nooit in juni. Dit jaar bleven we in de provincie Groningen en gingen naar het Westerkwartier, Kornhorn om precies te zijn, bijna op de grens met Friesland.
Vogels, Kuchen und Spargel
Dat waren de onderwerpen tijdens het Pinksterweekend in Duitsland. Vogels waren er altijd in alle soorten en maten, met als hoogtepunt de Novovink. Kuchen waren er soms wel, soms niet, met als hoogtepunt de taart bij A la Turka in Nahne. Spargel waren er niet, een dieptepunt dus. En het weer dan? Nou vooruit: hoogtepunt was de zon op 1ste Pinksterdag en dan met name de zon op de camping bij Bad Iburg, en het dieptepunt was de regen gedurende de laatste anderhalf uur van de tocht.
Dam op
Iedere Groninger weet hoe je dat uitspreekt: niet als de lange toon met twee aa’s, maar wel met een wat langere a dan de gewone korte a. Met z’n zevenen stonden we bij Ekestein in Appingedam voor de 2de wandeling van Gerard. Hij was aanvankelijk wat teleurgesteld door het geringe aantal, maar wij verzekerden hem dat het niet om de kwantiteit ging, maar om de kwaliteit en hij zich vereerd mocht voelen met dit selecte gezelschap. Martha voegde toe dat het in ieder geval al droger en minder koud was dan zijn vorige wandeling in Garnwerd, dus zijn dag kon niet meer stuk. Margot dacht dat het de hele dag droog bleef; ze had immers haar portemonnee bij zich (vorige keer vergeten) en een paraplu, maar geen regenbroek/cape bleek later.
Ruiten Aa zonder guurheid
Eindelijk was ie weg, die gure, ijskoude Oostenwind met windkracht 6 of 7. Eindelijk was de temperatuur boven de 10 graden. Eindelijk kon de winterjas uit. Eindelijk kreeg je het gevoel dat het lente werd/was. We voelden ons als koeien die voor het eerst na de winter de wei in mogen. We maakten sprongetjes van tevredenheid. Het landschap van Westerwolde langs de Ruiten Aa versterkte dat gevoeld. Evenals al die schattige kleine lammetjes dat deden. Dat er dan nog geen blaadjes aan de bomen zitten en het er allemaal nog droog en kaal uitziet nemen we voor lief. Immers de knoppen staan op springen; nog even en dan barst het los.
Guur in de polder
De laatste zaterdag in februari woei er, zoals eigenlijk de hele winter al, een gure, harde, koude Noordooster die een gevoelstemperatuur van min 10 veroorzaakte. Jan D. had deze dag uitgekozen om in het vlakke en kale Groninger landschap te gaan wandelen: geen enkele beschutting tegen de wind, laat staan een boom om achter te plassen. De heenweg was er pal tegenin zodat de wangen rood en stijf werden en de oren koud. De terugweg hadden we de wind in de rug en dat was aangenamer.
Verstild winterlandschap
De aarde was bedekt met een dunne laag sneeuw. De boomstammen hadden alleen aan de windkant een sneeuwpatroon. Er lag nog een beetje ijs. De lucht boven ons was lichtbewolkt met tinten grijs: blauwgrijs en rosegrijs en geelgrijs, aan de horizonten was het lichter. Hierdoor kwamen de kale wintersilhouetten van de bomen nog mooier uit.